Zoek
Zoektip
Zoektip:
tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel)
Mt.28,8-15 (5/4/2021)
Haastig gingen de vrouwen, in ontzag en grote vreugde, terug van het graf naar zijn leerlingen om het [de boodschap van de engel dat Jezus was verrezen] hen te berichten.
En kijk! Terwijl ze onderweg waren, kwam Jezus hen tegemoet en zei: “Met vreugde gegroet!” [ Goeiemorgen!] Zij liepen op hem toe, bogen voor hem neer en klampten zijn voeten vast.
Jezus zei tegen hen: “Wees niet bang! Ga, en bericht mijn broers dat ze naar Galilea moeten gaan. Daar zullen ze mij zien.” En zij gingen.
Maar kijk! Enkele van de wachters kwamen in de stad en berichtte de hogepriesters wat er was gebeurd. Zij kwamen bijeen met de oudsten en namen een raadsbesluit: Ze gaven de soldaten veel zilverlingen met de opdracht: “Zeg dat zijn leerlingen hem ’s nachts zijn komen stelen, terwijl wij sliepen. En als het de landvoogd [Pilatus, die de wacht bevolen had] ter ore zou komen, zullen wij hem wel overtuigen zodat jullie je geen zorgen moeten maken.” Zij namen de zilverlingen en deden zoals hun was aangeleerd, en dit verhaal deed onder de Joden de ronde, tot op vandaag.
Wat mij in (het eerste deel van) dit Paasbericht opvalt, is dat het eigenlijk ook gebeurt “terwijl ze onderweg waren”. Bij het graf zelf waren er wel de boodschappers geweest, de signalen en knipoogjes dat er ‘meer’ is dan ik nu zie. Maar de ontmoeting met Jezus zelf gebeurt onderweg!
Wie blijft vasthangen in wat er níet is, zal niet zien wat er wél is. Wie in een doodse situatie zich niet in beweging laat zetten, zal geen leven ontmoeten. Vertwijfeling en verdriet zullen wellicht nog ons deel zijn. De opgestane Heer maakt daar ook geen verwijten over, zelf wetend van menselijkheid, maar plaatst er vreugde en bevrijding bij, wetend van Goddelijkheid!
Ook de leerlingen zullen moeten ‘gaan’, naar Galilea. Dat is: naar het gewone leven, want daar kwamen de meesten vandaan! Dáár zullen ze Jezus ontmoeten! Niet in Jeruzalem, het centrum van de politieke en religieuze macht, volgens Matteüs. Daar (in Jeruzalem) creëert men theorieën over wat er is gebeurd – of om hem dood te zwijgen …
Mt.17,14-20 (8/08/2020)
Toen zij bij het volk gekomen waren, kwam een man naar Hem toe, wierp zich op de knieen voor Hem neer
en sprak: 'Heer, ontferm Je over mijn zoon, want hij lijdt aan vallende ziekte en is er slecht aan toe.
Dikwijls valt hij in het vuur en in het water.
Ik heb hem bij jouw leerlingen gebracht, maar die waren niet bij machte hem te genezen.'
Jezus gaf ten antwoord: 'O, ongelovig en verworden geslacht, hoelang nog moet Ik bij je zijn, hoelang nog jou verdragen? Brengt hem hier bij Mij.'
En onder de dwang van Jezus'woord ging de boze geest uit hem weg; op datzelfde ogenblik was de jongen genezen.
Toen de leerlingen met Jezus alleen waren, vroegen zij Hem: 'Waarom hebben wij hem niet uit kunnen drijven?'
Jezus zei hun: 'Voorwaar, Ik zeg jullie wanneer je een geloof bezit, ook al is dit klein als een mosterdzaadje,
dan kunt ge tot deze berg zeggen: verplaats je van hier naar daar, en hij zal zich verplaatsen. Niets zal je onmogelijk zijn.'
Jezus windt zich op – maar eigenlijk zouden wíj (als leerling van Jezus) het moeten zijn die ongemakkelijk worden.
Het doet Jezus pijn te merken dat er ‘nog zo weinig geloof’ is bij zijn leerlingen.
Het is hem maar al te duidelijk dat hijzelf op zijn eentje nooit in staat kan zijn om alle zieken nabij te zijn en te helen.
(Één fysiek leven is per definitie te beperkt om overal en altijd aanwezig te zijn.)
Daarvoor heeft hij zijn leerlingen nodig – door de tijden heen!
De vraag (en de pijn van Jezus) is dus of wij – of ík – durf geloven dat het mijn roeping en taak is leerling van Jezus te zijn!
Christen zijn is wéten (met lijf en ziel): ik ben een mosterdzaadje, vrucht van een goed gewortelde boom, en hoe klein het ook mag lijken,
het is zó vol ontvangen levenskracht dat het leven kan géven, en smaak.
Als we dat zíen gebeuren in de natuur, waarom herkennen we het dan niet in ons eigen leven?
Vertrouw het nu maar, en je zult ‘onmogelijke dingen’ doen …
Mt.6,1-6.16-18 (21/06/2023)
1 Hoed je ervoor
je integriteit [gerechtigheid] niet te doen voor de mensen,
zodat je zou gezien zijn door hen.
Want dan vind je geen vergoeding
bij je Vader in de hemel.
2 Wanneer je dus [een daad van] tederheid doet,
bazuin dat dan niet voor je uit
zoals de huichelaars [hypocritai, voorbij het oordeel] doen
in de plaatsen van samenkomst [synagoge] en op straat
om door de mensen geëerd te worden.
Zeker, ik zeg jullie:
Ze hebben hun loon al!
3 Maar als jij [een daad van] tederheid doet,
moet je linkerhand niet weten wat je rechter doet,
4 zodat je [daad van] tederheid in het verborgene blijft.
En je Vader die in het verborgene ziet,
zal je vergoeden.
5 En wanneer je bidt,
wees dan niet zoals de huichelaars.
Zij houden ervan te staan bidden
in de synagogen en op de hoeken van de straten
om zich te tonen aan de mensen.
Zeker, ik zeg jullie:
Ze hebben hun loon al!
6 Maar als jij bidt,
ga dan in je binnenkamer,
sluit de deur en bid tot je Vader die in het verborgene is.
En je Vader die in het verborgene ziet,
zal je vergoeden.
16 En wanneer je vast,
zet dan geen somber gezicht, zoals de huichelaars.
Zij maken hun gezicht ontoonbaar
om de mensen te tonen dat ze vasten.
Zeker, ik zeg jullie:
Ze hebben hun loon al!
17 Maar als jij vast,
zalf dan je hoofd en was je gezicht
18 om je niet als vastende te tonen aan de mensen,
maar aan je Vader in het verborgene.
En je Vader die in het verborgene ziet,
zal je vergoeden.
We krijgen deze ‘klassieke vastentekst’ voorgeschoteld nu er een stralend zonnetje schijnt en de vakantie voor de deur staat. Is dat niet wat tegenstrijdig?
Het heeft z’n zin om bepaalde teksten in bepaalde tijden te lezen, maar we mogen nooit vergeten dat geen enkel stuk Evangelie (“geen jota of haaltje”, niet het kleinste lettertje, zegt Jezus) alleen maar bedoeld is voor een beperkt deel van het jaar! Christendom is geen receptenboek dat je hier of daar bovenhaalt en ervan gebruikt wat je op dat moment nodig hebt. Neen, het is een totale levenshouding waarvan alle elementen samenhangen en elkaar nodig hebben.
Ook de ‘klassieke vastenelementen’ laten we beter niet zomaar los in de zomertijd! Integendeel zelfs, we komen ermee dichter in de buurt van de éigenlijke betekenis van ‘vakantie’! Dat betekent immers: je leeg maken (< Lat.: vacare), je vrij maken dus – in de echte zin van dat woord. In het spirituele leven voegt men daaraan toe: vacare Deo – je vrij maken voor G-d.
Hier krijgen we van Jezus drie wegen aangereikt om ons te oefenen in dat vrij worden / vakantie nemen!
Mt.17,22-27 (10/8/2020)
Terwijl zij nog in Galilea bijeen waren sprak Jezus tot zijn leerlingen: “De Mensenzoon zal worden overgeleverd in de handen der mensen, en ze zullen Hem doden, maar op de derde dag zal Hij verrijzen.” Zij werden zeer bedroefd. Toen zij in Kafarnaüm waren aangekomen kwamen de inners van de tempelbelasting op Petrus af en zeiden: “Betaalt uw Meester de drachmen niet?” Hij antwoordde: “Welzeker!” Maar toen Petrus het huis binnenging voorkwam Jezus hem met de woorden: “Wat dunkt u, Simon? Van wie heffen de aardse vorsten tol of belasting, van hun kinderen of van vreemden? “ En toen hij antwoordde: “Van vreemden”, zei Jezus tot hem: "Dus de kinderen zijn vrij. Maar toch, om hun geen aanstoot te geven: ga naar het meer, werp uw haak uit en grijp de eerste vis die boven komt; maak zijn bek open en gij zult een stater vinden; betaal daarmee voor Mij en voor u."
Nog voor ze naar Jeruzalem trokken, was het al duidelijk dat Jezus’ boodschap op zware tegenstand zou stuiten –
zó zwaar dat ze hem ervoor zouden doden, in het idee dat ze met hem ook zijn boodschap konden elimineren.
Nochtans was Jezus een plichtsgetrouwe Jood en kon hij ook wel wat over zijn kam laten gaan om de gezaghebbers niet nodeloos boos te maken,
zoals we hier lezen over de tempelbelasting die hij wél betaalt, ook al denkt hij er het zijne over.
Wat is het dan dat Jezus’ dood uitlokt, als het niet gaat om de ‘futiliteiten’ van al of niet belastingen betalen of de wetsnavolging?
Mij lijkt het te gaan over Jezus’ vrijheid en goedheid, zijn gratuïteit, en om zijn oriënteringspunt dat ligt in het echte welzijn van de ánder
(= wat die ander toekomt omwille van G-ds liefde voor hem). Dat is op de keeper beschouwd zó’n andere ingesteldheid (die zich ook in daden vertaalt)
dan wat mensen o zo vaak en automatisch aannemen en doen, dat het als het ware vanzelf aanstoot geeft, ergernis opwekt, kwade reacties oplevert.
Maar Jezus laat zich dáár niet door doen … En ik?
Mt.24,42-51 (25/08/2022)
“Wees dus wakker omdat je niet weet op welke dag je Heer komt. Maar dit weet je wél: Als de heer des huizes had geweten op welk uur van de nacht de dief kwam, was hij wakker gebleven en had niet laten inbreken in zijn huis. Wees ook jullie dus bereid, want de mensenzoon komt op een uur waarop je het niet verwacht.”
“Wie is dan de vertrouwende en verstandige dienaar die de heer over zijn huispersoneel heeft aangesteld om hen op de gepaste tijden voedsel te geven? Gezegend [makarios = ‘zalig’, zoals in de ‘zaligsprekingen’] de dienaar die dáármee bezig is als zijn heer thuiskomt. Amen, ik zeg jullie: Hij zal hem aanstellen over al wat hem toebehoort. Maar als een slechte dienaar in zijn hart zegt: ‘Mijn heer neemt nogal de tijd …’, en hij begint zijn mededienaars te slaan en er op los te leven, dan zal de heer van die dienaar komen op een dag dat hij het niet verwacht en op een uur dat hij niet kent. En hij zal hem opsplitsen en een deel van hem bij de ondermaatse oordelaars stellen. Daar zal geween zijn en tandengeknars.”
‘Wakker zijn’, is niet zomaar wat passief zitten afwachten. Het is niet de houding van met-de-armen-over-elkaar zullen we wel zien wat er gaat gebeuren. Het is eerder een actief uitzien naar, alert zijn op mensen en gebeurtenissen.
‘Wakker zijn’, zet je in beweging, maakt je gefocust op G-ds Rijk. Het zegt iets over wat en hoe je gelooft dat het eens waar zal worden: vrede, liefde, recht, Léven voor alle mensen. Het doet je op het puntje van je stoel zitten om het zo vlug mogelijk te realiseren.
‘Wakker zijn’ naar dat Rijk, brengt je in beweging om te doen wat nog niet kan, om te vieren wat nog niet is. Je kan niet gelaten afwachten.
‘Wakker zijn’, dat is oog hebben voor wat echt belangrijk is: wie we zijn voor elkaar, hoe we omgaan met onze wereld, of we G-d de ruimte geven om orde te brengen in de chaos – en daar concreet mee aan de slag gaan: vol overtuiging, in vertrouwen
Mt.28,16-20 (30/05/2021)
Maar de elf gingen naar Galilea, naar de berg waar Jezus hen toe nodigde.
Toen ze hem zagen, vielen ze voor hem op de knieën, al twijfelden sommigen. Jezus kwam naar hen toe en zei: “Mij is alle volmacht gegeven in de hemelen en op de aarde. Ga, maak alle volken tot leerling, en doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Onderwijs hen te be-waren alles wat ik jullie heb gewezen. En kijk!, ik ben met jullie, al de dagen tot aan de voleinding van de tijd.”
Het zal je maar overkomen, uitgenodigd worden door Jezus om mee de berg op te gaan. Je zou voor minder door de knieën gaan of gaan twijfelen. En ja ook in geval van twijfel komt Jezus naar je toe. Zijn drievoudige boodschap is gericht aan allen.
Ga: Kom in beweging. Sluit je niet langer op in je eigen vertrouwde wereldje maar laat je wereld openbreken door de Geest. Ga en verkondig. Hiervoor geeft hij jou de kracht die nodig is, die alles verbindende liefde van de Vader en de Geest.
Onderwijs: Ga en maak mensen tot leerlingen, open hen zodat ze ontvankelijk worden. Ga en vertel, getuig van je leven met Jezus. Onderwijs hen. Zo zal be-waar-d blijven wat hij heeft voorgeleefd.
Ga, onderwijs en kijk: Zie je dat Christis hier aanwezig is? Zie je de tekenen van G-ds Aanwezigheid? Kijk! En leer zien voorbij de grenzen van het fysieke zien en laat je blik openbreken tot een veel ruimer 'zien-in-de-Geest'?