Mt.12,14-21 (17/7/2021)
De farizeeën gingen naar buiten en beraadslaagden hoe ze hem zouden kunnen ombrengen. Maar Jezus besefte dit en ging van daar weg. Een grote menigte volgde hem en hij genas hen allen. Hij verbood hen nadrukkelijk hem bekend te maken, opdat vervuld zou worden wat gezegd werd door de profeet Jesaja:
“Zie mijn kind [pais: kind of dierbare dienaar],
mijn uitgekozene, mijn geliefde,
in wie mijn wezen vreugde vindt.
Ik zal mijn geest op hem leggen
en hij zal aan de volken het rechte verkondigen.
Hij zal niet twisten of schreeuwen,
niemand zal zijn stem op straat horen;
een geknakt riet zal hij niet breken
en een smeulende vlaspit niet doven;
totdat het rechte zegeviert door hem.
En op zijn naam zullen velen hopen.” [Jes.42,1-4]
Het spel van de harde kracht van wet en – voor wie daar niet aan beantwoordt – dood, tegenover de zachte kracht van geliefd zijn, vreugde, geestkracht die stil herstelt en aanblaast.
Wat is ‘recht’? Wat is ‘het rechte’? Wij zijn eraan gewoon geraakt ‘recht’ als iets zeer strikts te zien – waarmee we eigenlijk net als ‘de farizeeën en schriftgeleerden’ bezig zijn! Terwijl de hele Bijbel, al van in het Oude Testament en weer opgerakeld door Jezus, het níet heeft over ‘recht’, maar over ‘het rechte’!
‘Het rechte’ is dat ‘wat moet gedaan worden’, niet uit plicht, maar omdat het voert naar de enige wereld die de moeite waard is geleefd te worden: een wereld mét mensen náár G-d toe. ‘Het rechte’ oriënteert ons in de juiste richting en wijst ons een weg daarheen.
‘Het rechte’ blijkt – misschien verrassend – een zachte kracht te zijn, één die niet zijn stem verheft voor éigen gewin, die broosheid niet breekt. ‘Het rechte’ blijkt verwant aan het stille, het helende – én aan vreugde en zegen!