Mt.9,35-38 (27/09/2024)
35 Jezus trok rond langs alle steden en dorpen.
Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst [synagoge]
en verkondigde het bevrijdende nieuws
van het koninkrijk
en hij heelde elke ziekte en elke zwakte onder het volk.
36 Toen hij de menigte echter overzag,
werd hij diep innerlijk bewogen om hen,
omdat ze opgejaagd en krachteloos waren,
als schapen zonder herder.
37 Hij zei tegen zijn leerlingen:
“De oogst is wel overvloedig,
maar arbeiders zijn er weinig.
38 Vraag daarom aan de heer van de oogst
dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.”
Christenen de tijden door, zijn op hun mooist en krachtigst geweest waar ze dit Evangelie met durf probeerden waar te maken. Het ‘bevrijdende nieuws’ brachten ze door vanuit hun innige verbondenheid met G-d, hun mede-mensen te zien en er daad-werkelijk om bekommerd te zijn. Met de ogen (en het hart) van het Evangelie keken ze naar de wereld om zich heen, en zagen daardoor de noden van mensen, vaak net daar waar ‘de maatschappij’ ze niet zag, of niet wilde zien.
‘Monsieur Vincent de Paul’ was één van de velen die zo in het leven stonden en zijn ‘innerlijke bewogenheid’ omzette in krachtige daden van menslievendheid. In zijn spoor is er een hele beweging ontstaan die hetzelfde probeerde, want ja, “de oogst is overvloedig”.
Er zouden in de geschiedenis véél zo’n voorbeelden aan te wijzen zijn. Telkens gaven ze nieuwe levensadem aan de hele kerkgemeenschap, net omdat ze zo met de kern van ons geloof bezig zijn.
Misschien ben ik te kritisch als ik zeg dat er vandaag misschien maar moeizaam en beperkt voorbeelden daarvan te vinden zijn. Zijn we niet teveel op onszelf teruggeplooid geraakt?
Of misschien raken we straks wel hoopvol, omdat we merken dat sommigen van ons óók deze woorden ernstig nemen …?