Mt.13,44-46 (31/07/2024)
44 “Opnieuw.
Het koningschap der hemelen is te vergelijken met
een schat die verborgen is in een akker.
Iemand vindt hem en verbergt hem weer,
om vol blijdschap alles te gaan verkopen wat hij heeft
om die akker te kopen.”
45 “En opnieuw.
Het koningschap der hemelen is te vergelijken met
een koopman op zoek naar mooie parels.
46 Als hij één uitzonderlijk waardevolle vindt,
gaat hij alles verkopen wat hij heeft
en koopt die ene parel.”
Jezus gebruikt duidelijk graag parabels, als hij over ‘het koningschap der hemelen’ wil vertellen. Dat is een rijke manier van doen, omdat parabels veel facetten en lagen hebben, waardoor we er steeds verder in kunnen doordringen. Maar het heeft ook een nadeel: we kunnen ze makkelijk wegzetten als ‘maar verhaaltjes’.
Nochtans is het duidelijk dat Jezus bedoelt – en hoopt – dat wij er iets mee dóen. Beide gaan enerzijds wel over iemand die iets víndt, maar vervolgens ook aan de slag gaat om er iets mee te dóen. Het ‘koningschap der hemelen’ laat zich blijkbaar wel vinden, maar komt tegelijk toch ook niet vanzelf. Wij moeten er blijkbaar ruimte voor maken in ons leven.
En dan komt natuurlijk de klassieke vraag bij deze twee parabeltjes: Voor welke schat, voor welke parel maak ík ruimte in mijn leven?