Mt.13,31-35 (29/07/2024)
31 Hij [Jezus] legde hen [het volk] nog een andere gelijkenis voor:
“Het koningschap der hemelen is te vergelijken
met een mosterdzaadje
dat iemand zaaide in zijn akker.
32 Het is veel kleiner dan alle andere zaden,
maar als het is opgegroeid,
wordt het groter dan alle tuingewassen
en wordt bijna een boom,
zodat de vogels in zijn takken kunnen nestelen.”
33 Nog een andere gelijkenis vertelde hij hen:
“Het koningschap der hemelen is te vergelijken
met zuurdeeg
dat een vrouw verwerkte in drie maten meel,
zodat het in z’n geheel doordesemd werd.”
34 Jezus sprak deze gelijkenissen uit tegen de menigte.
Tegen hen sprak hij niet anders dan in gelijkenissen,
35 opdat vervuld zou worden wat de profeet zei:
“Mijn mond zal ik opendoen in gelijkenissen;
ik zal uitspreken wat verborgen was vanaf de grondlegging van de wereld.”
Twee gelijkenissen over het koningschap der hemelen waaruit blijkt dat dit koningschap alles van doen heeft met groeien – groeien van binnenuit. Er blijkt diep van binnen, in elke mens, in elk dier, in alles, … een kracht aanwezig te zijn (is het ingeschapen?) die doet groeien. Ze doet openbreken en zo ontstaat er ruimte waarin schepsels van allerlei soort mogen vertoeven. Het is een doordesemende groeikracht die een mooie, gepaste vorm geeft aan alles en allen.
Als wij de moed hebben om het te laten gebeuren en ons durven overgeven aan het omvormingsproces dat van binnenuit reeds begonnen is, zal deze groeikracht z’n werk doen en komen er verrassend nieuwe dingen tot stand. Of om het met de woorden van Huub Oosterhuis te zingen: “Onze Vader verborgen, uw Naam worde zichtbaar in ons, van u is de toekomst, kome wat komt, van u is de toekomst, u geeft ons kracht!”