Mt.13,18-23 (26/07/2024)
18 Jullie dus, luister naar de gelijkenis van de zaaier:
19 Bij ieder die het woord van het koningschap hoort,
maar niet doorgronden,
komt de slechte en rooft wat in zijn hart is gezaaid.
Dat is de op de weg gezaaide.
20 De op de steenachtige grond gezaaide
is wie het woord hoort
en onmiddellijk vrolijk aanneemt,
21 maar geen wortel heeft in zichzelf
– het zijn mensen van het moment.
Wanneer er verdrukking of vervolging komt
omwille van het woord,
struikelen ze onmiddellijk.
22 De tussen de dorens gezaaide
is wie het woord hoort,
maar door de zorgen van deze wereld
en de begoocheling van de rijkdom
het laten verstikken,
waardoor het onvruchtbaar wordt.
23 De in goede aarde gezaaide
is wie het woord horen en het doorgronden.
Zij brengen vruchten voort,
de één honderd, de ander zestig, nog een ander dertig.”
Terug naar onze parabel die op het eerste zicht misschien heel eenvoudig lijkt. Je kan het voor je zien gebeuren: een boer met een zaaibak voor zich. Met grote stappen loopt hij over het land en met brede gebaren strooit hij het zaad uit. Vandaag worden de leerlingen aangesproken en de vraag blijkt niet of zij al dan niet goede grond zijn, nee ze zijn zaad, zoals ze elders ook zout en licht zijn. Goed zaad, kostbaar zaad! Er zijn er die langs de weg gezaaid zijn. Er zijn er die in rotsige grond gezaaid zijn en er zijn er die tussen de dorens gezaaid zijn. Het gaat over hetzelfde zaad! Het komt allemaal uit diezelfde ene bak en het is allemaal door diezelfde ene hand uitgezaaid.
Als uitgezaaid zaad zullen ze oppervlakkigheid tegenkomen en enthousiasme dat bij de minste weerstand uitdooft. Ze zullen tegenstand ontmoeten van hen die afgoden dienen of liever gediend worden dan te dienen. Om wanhopig van te worden? Het hoeft niet, de Zaaier zaait door. Er is genoeg goede grond. Kijk maar hoeveel erop komt en vrucht draagt!