Mt.13,24-30 (27/07/2024)
24 Jezus legde hen [het volk] een andere gelijkenis voor:
Het koningschap der hemelen is te vergelijken
met iemand die goed zaad in zijn akker zaait.
25 Maar terwijl de mensen sliepen,
kwam zijn vijand,
zaaide dolik tussen de tarwe
en verdween weer.
[Dolik is een giftig, bedwelmend kruid dat goed lijkt op jonge tarwe.]
26 Toen nu het graan opkwam
en vrucht begon te zetten,
verscheen ook de dolik.
27 De knechten kwamen naar de heer des huizes en zeiden hem:
“Heer, je hebt toch goed zaad in je akker gezaaid?
Vanwaar dan die dolik?”
28 Hij zei hen: “Dat heeft een vijandige mens gedaan.”
Nu vroegen de dienaren hem:
“Wil je dat we erop uit gaan om het bijeen te garen?”
29 Maar hij zei:
“Nee!, om niet bij het verzamelen van de dolik
ook de tarwe te ontwortelen.
30 Laat beide samen opgroeien tot de oogst.
Dan zal ik tegen de oogsters zeggen:
Verzamel eerst de dolik
en bindt het in bossen om te verbranden,
maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.”
De realiteit laat ons telkens weer zien dat er in de wereld (en in onszelf) goed én kwaad is. Logisch dat er aan Jezus gevraagd wordt waar dat kwaad vandaan komt. En als Jezus zegt: “van de vijand”, dan vraagt men: “zullen we dat kwaad uitroeien?” Nee, zegt hij, dat kan niet! Goed en kwaad zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. Je kunt het kwaad niet weghalen zonder schade toe te brengen aan het goede.
Ook ik worstel met die combinatie van goed en kwaad. Ja, regelmatig lijd ik er zelfs onder. Zijn we niet allemaal geneigd de strijd aan te gaan met het kwaad (onze beperking, onze verslaving, onze tekorten hoe dan ook), maar wat is goed en wat is kwaad? Ze liggen zo dicht bij elkaar. Het kwaad uitroeien zonder het goede te beschadigen, is blijkbaar geen mensenwerk. We kunnen wel oefenen in het leren accepteren dat beide er zijn en ze samen laten opgroeien. Ondertussen mogen we erop vertrouwen dat de kracht van het goede sterker is dan de kracht van de dolik.