Mt.6,7-15 (20/06/2024)
7 Als je bidt, babbel er dan niet op los,
zoals veel volkeren doen.
Zij denken dat ze door hun veelheid aan woorden
verhoord zullen worden.
8 Doe hen niet na!
Je Vader weet wat je nodig hebt
nog voor je het hem vraagt.
9 Bid als volgt:
Onze Vader in de hemelen,
geheiligd worde jouw Naam,
10 kome jouw koningschap,
gebeure jouw bedoeling
op aarde zoals in de hemel
11 Geef ons vandaag
ons nodige brood
12 en vergeef ons onze schulden
zoals ook wij onze schuldenaren vergeven,
13 en lever ons niet over aan de aanvechtingen,
maar verlos ons van het kwade.
14 Want als je de mensen hun misstappen vergeeft,
vergeeft je hemelse Vader ook jou;
15 maar als je aan de mensen hun misstappen niet vergeeft,
vergeeft je hemelse Vader ook jou niet.
Bidden is iets merkwaardigs. Veel meer mensen dan je zou denken (en dan die het zouden erkennen) bidden soms tot regelmatig. Zelfs wie zichzelf niet gelovig nóemt, bidt wel eens! Bidden is immers een spontane uiting van de mens, die zich als klein, bijna nietig, wezen voelt in een groots hem omringend geheel. Bidden is een spontane uiting van vertrouwen: dit grote geheel kan ik niet (en hoef ik niet te kunnen) op mijn eentje aan.
Zelfs bídden hoef ik niet te kunnen! Jezus reikt er mij woorden voor aan. Van veel van die woorden peil ik maar af en toe iets van de rijkdom en diepte ervan. Het voornaamste is dat ik ze ervaar als mij geschonken, om in mijn overgave eraan te kunnen leven in het vertrouwen in dat grote geheel dat niet ikzelf is. (Christenen noemen dit: de Vader, maar het kan ook andere namen krijgen.)
De ‘veelheid aan woorden’ waar Jezus hier op doelt, zijn de éigen woorden van de mensen, omdat ze op die manier opnieuw níet hun vertrouwen stellen in G-d, maar in hun eigen woorden!
Bid daarom als volgt …