Mt.10,7-13 (11/06/2024)
7 Ga en verkondig:
Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
8 Heel de verzwakten, reinig de melaatsen,
wek de doden op, verdrijf de demonen.
Voor niets heb je ontvangen,
voor niets moet je geven.
9 Neem geen goud mee,
geen zilver of koper in je gordel,
10 geen reiszak, geen extra kleren,
geen sandalen en geen stok,
want ‘wie werkt is zijn voedsel waard’.
11 In welke stad of dorp je ook binnenkomt,
onderzoek wie het daar waard is
en blijf daar dan tot je er weggaat.
12 Als je in een huisgezin binnenkomt,
groet hen [= zegen hen met vrede].
13 Als zij het waard zijn,
zal je vrede over hen komen,
maar als zij het niet waard zijn,
laat dan je vrede over jezelf terugkeren.
We onderbreken al even de reeks van de Bergrede voor het apostelfeest van Barnabas. Maar is dat wel onderbreken? Of is het misschien net een verder zetten?! Hebben de apostelen niet elk op hun eigen wijze en plaatsen de boodschap, zoals Jezus die samenvatte in de Bergrede, uitgedragen en vooral gedáan?
In het stuk Evangelie dat voor dit apostelfeest gekozen wordt, is trouwens goed een aantal elementen uit de Bergrede herkenbaar: de deemoed met de zwakken, de geest van armoede, de vrede die moet gebracht én innerlijk beleefd worden, … Dit is wat ‘apostelen’ – boodschappers in Jezus’ naam moesten doen en gedaan hebben. Dit is wat Barnabas heeft gedaan. (Volgens de Handelingen van de Apostelen ging hij daarvoor naar Cyprus.)
Het eerste (dat ‘moeten doen’) geldt ook voor ons, die op onze wijze en op onze plaatsen ‘apostel’ moeten zijn. Geldt het tweede ook (dat ‘gedaan hébben’) …?