Mt.22,15-21 (22/10/2023)
15 Toen gingen de Farizeeën weg
en beraadslaagden hoe ze hem met een woord
in de val konden lokken.
16 Zij [de Farizeeën, een uitgesproken nationalistische, en dus anti-romeinse, religieuze stroming]
stuurden enkele van hun leerlingen,
samen met de Herodianen [een pro-romeinse politieke partij]
naar hem [dus als ‘gemeenschappelijke vijand’ – een voorafspiegeling van het proces dat tot zijn dood zou leiden]:
“Meester, we weten dat jij waarachtig bent
en in waarachtigheid de weg van God leert.
Je laat je door niemand voorzeggen
en kijkt niemand naar de ogen.
17 Zeg ons dan: Wat denk jij ervan:
Is het geoorloofd belastingen te betalen
aan de [romeinse] keizer, of niet?”
18 Jezus had hun slechtheid wel door, en zei:
“Wat stel je mij op de proef, dubbelzinnigaards?
19 Toon mij eens de belastingmunt.”
Ze brachten hem zo’n munt
20 en hij vroeg hun:
“Van wie is de beeldenaar en het opschrift?”
21 Ze antwoordden:
“Van de keizer.”
Toen zei Jezus weer:
“Geef dus aan de keizer
wat aan de keizer toekomt,
en geef aan God
wat aan God toekomt.”
22 Toen ze dit hoorden stonden ze perplex.
Ze lieten hem achter en gingen weg.
“Geef aan de keizer wat aan de keizer toekomt en aan God wat aan God toekomt”.
Wat er tussen de burgers en de keizer is, is een zakelijke relatie. Met het betalen van de belastingmunt is de kous af. Maar wat met G-d? Hoe is de relatie met G-d?
Als wij G-d toebehoren, dan gaat dat over al de aspecten van ons leven: Onze houding ten opzichte van medemens, onze relatie met de natuur, met de economie, onze houding op het werk, onze politieke ideeën, … het behoort allemaal aan G-d, en is dus allemaal te bekijken en te bevragen vanuit zijn goddelijke perspectief.
Als we leven vanuit het besef dat we van G-d zijn, zal zíjn aanwezigheid, zijn rechtvaardigheid en zijn liefde zichtbaar en tastbaar worden doorheen ónze dagelijkse realiteit, hoe lastig en moeilijk die soms ook is. G-d gebeurt dan door ons en door ons handelen heen, op alle terreinen van leven. Zo stellen we G-d present en werken we mee aan de opbouw van zijn Rijk: aan dat wat verbindt en vreugde geeft, aan dat wat van G-d en van zijn Liefde getuigt.