Mt.1,18-23 (8/09/2023)
18 De geboorte van Jezus de gezalfde [Christos-Messiah] verliep zo:
Zijn moeder, Maria, was verloofd met Jozef.
Voor zij echter gingen samen leven,
werd zij zwanger bevonden uit heilige geest.
19 Haar man Jozef, die integer was,
wilde haar niet openlijk te schande maken
en dacht erover haar in het geheim weg te sturen.
20 Kijk! Terwijl hij deze dingen overdacht,
verscheen een boodschapper [engel] van de Heer
in een droom aan hem:
“Jozef, zoon van David,
wees niet bang Maria, je vrouw,
bij jou te nemen,
want wat in haar is verwekt
is uit heilige geest.
21 Ze zal een zoon baren
en je moet hem de naam Jezus [de Heer is redding] geven,
want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.”
22 Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden
wat vanwege de Heer door de profeet is gezegd:
23 Zie, de jonge vrouw zal zwanger worden
en een zoon baren
en ze zullen hem noemen: Immanuël [Jes.7,14],
wat betekent: God met ons.
Vandaag is het ‘Feest van de geboorte van Maria’ en het verhaal vertelt helemaal niets over de geboorte van Maria. Daar lezen we trouwens in heel de Bijbel niets over. Wat we wel horen is hoe ze zwanger wordt. Misschien is dat op zich toch niet zo vreemd. Zou het mogelijk zijn dat je pas écht geboren wordt als G-d in jou tot leven mag komen? Zou het kunnen zijn dat Maria’s leven pas écht begint wanneer ze in haar ruimte maakt voor goddelijk leven.
Zou er voor Maria en Jozef geen nieuw leven begonnen zijn – een leven mét G-d – op het moment dat ze vol overgave ‘ja’ hebben gezegd op G-d?
Is het niet zo dat je als mens opnieuw geboren wordt als je leven in je draagt, als je de baarmoeder mag zijn waarin G-d kan groeien en tot leven gewekt wordt?
Als dit allemaal waar is, dan is het helemaal niet vreemd dat er op het feest van de geboorte van Maria gesproken wordt over wat er diep in haar gebeurt. Haar diepste wezen werd tot leven gebracht door G-d in zich te ontvangen, te laten groeien en op de wereld te laten komen.