Mt.15,21-28 (20/08/2023)
21 Jezus ging van daar weg
en trok zich terug naar de [‘heidense’] streek van Tyrus en Sidon.
22 Kijk! Een Kananeese [dus ‘heidense’] vrouw uit dat gebied
kwam naar hem toe en schreeuwde:
“Heb medelijden met mij, Heer, zoon van David!
Mijn dochter is in de macht van iets kwaads.”
23 Hij echter antwoordde haar geen woord.
Zijn leerlingen die bij hem waren, zeiden:
“Stuur haar weg, want ze schreeuwt achter ons aan.”
24 Hij antwoordde echter:
“Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het huis van Israël.”
25 Zij viel echter voor hem neer en smeekte:
“Heer, help mij!”
26 Maar hij antwoordde:
“Het is niet goed het brood van de kinderen te nemen
en dat naar de hondjes [= de heidenen] te werpen.”
27 Zij echter weerlegde:
“Toch wel, Heer,
want ook de hondjes eten van de kruimels
die van de tafel van hun meesters vallen.”
28 Toen antwoordde Jezus haar:
“O vrouw, groot is je vertrouwen!
Het moet gebeuren zoals je bedoelt.”
En vanaf dat uur was haar dochter geheeld.
Je mag dit gerust een van de merkwaardigste stukjes Evangelie noemen! Jezus werd meestal voorgesteld als alwetend, alles vooraf wetend en alles overstijgend. Maar hier zien we dat dat helemaal niet klopt. Hij moet zelf zijn opdracht ontdekken, en dat gebeurt gaandeweg (vaak ook letterlijk) en mede door het reële contact met mensen (een ander hulpmiddel hoorden we de voorbije dagen: zich terugtrekken in de stilte).
Die mensen die hem ‘helpen’ zijn enerzijds soms de farizeeën ‘en co’, de geleerden waarmee hij in discussie gaat om zo zijn opdracht helder te krijgen. Anderzijds blijkt het eerder de ‘onderlaag’ van de maatschappij te zijn, allerlei noodlijdenden en marginalen. Vandaag gaat het nog verder, nog ‘onder de onderlaag’, want heidenen telden ‘uiteraard’ gewoonweg niet mee (kijk maar naar Jezus’ eerste reactie)!
Al die mensen hebben gemeenschappelijk dat ze ‘anders’ zijn. Jezus én wij kunnen alleen onze g-ddelijke opdracht in deze wereld ontdekken als wij ons laten uitdagen, bevragen, inspireren, … door het ándere van de ander, zoniet blijven we in ons eigen kringetje draaien …