Verbonden Leven

Mt.19,13-15 (19/08/2023)

13    Toen werden er kleine kinderen naar hem gedragen
       met de bedoeling dat hij ze de handen zou opleggen
       en bidden [over hen, voor hen, met hen?],
       maar de leerlingen weerden hen af.
14    Maar Jezus zei:
       “Laat de kinderen!,
       en verhinder hen niet bij mij te komen,
       want het koningschap der hemelen
       is voor wie zijn als zij.”
15    En hij legde hen de handen op.
       Toen vertrok hij van daar.

Van gisteren een lang Evangelie naar vandaag een kort. Van gisteren een voor volwassenen naar vandaag een voor kleine kinderen – hele kleine, want ze worden nog gedragen? We vertellen deze passage graag aan kinderen – en terecht, want het is een fantastische boodschap te mogen horen dat je welkom bent bij Jezus, ook als je ‘klein’ bent.
En Jezus bidt … Eigenlijk staat er niet of hij óver hen bidt, hen ‘zegent’ zoals de gebruikelijke vertaling dan weergeeft; of vóór hen bidt, wat ik denk dat hij óók doet; of mét hen. Ik denk dat Jezus’ hart van zijn kindschap inderdaad meebad met het hartsgebed van deze kleine kinderen.
En dat is blijkbaar iets waar de ‘grote mensen’ nog wat van te leren hebben. Het geheim van G-ds koninkrijk blijkt immers iets te zijn wat alleen enigszins bereikbaar wordt wanneer wij woordeloos ertoe gedragen worden … Zal ik dus mij láten dragen en – éindelijk – woordeloos worden? En zal ik ánderen hiertoe dragen en hun gestamel horen als een gebed dat Jezus dierbaar is?