Mt.17,22-27 (14/08/2023)
22 Toen ze rondtrokken in Galilea,
zei Jezus tegen hen:
“De mensenzoon zal overgeleverd worden
in de handen van de mensen
23 en ze zullen hem doden
en op de derde dag zal hij opstaan.”
Ze werden diep bedroefd.
24 Toen ze in Kafarnaüm waren,
kwamen de inners van de tempelbelasting naar Petrus
[een in de Joodse wet bepaalde belasting van 2 daglonen per jaar]
en vroegen:
“Betaalt jullie meester de tempelbelasting?”
25 “Jawel!”, zei Petrus.
En toen hij thuis kwam,
was Jezus hem voor met de vraag:
“Wat denk je, Simon:
de koningen van de wereld,
van wie ontvangen zij belastingen,
van hun zonen of van de vreemden?”
26 Petrus antwoordde: “Van de vreemden.”
Jezus zei: “Dan zijn de zonen vrij.
27 Maar om hen geen aanstoot te geven:
Ga naar het meer, werp een vishaak uit,
neem de eerste vis die bovenkomt, open zijn bek
en je zult een stater [munt van 4 daglonen] vinden.
Neem die en betaal ermee voor mij en jou.”
De ‘lijdensvoorspelling’ lijkt hier een beetje verloren te staan tussen de rest. Waarschijnlijk waren zijn leerlingen meer bezig met andere dingen, of werden ze er op aangesproken zoals hier met de kwestie van de ‘tempelbelasting’. Voor Jezus is díe kwestie duidelijk: betaal die belastingen gewoon, maar doe het in vrijheid. Maak je niet druk over de centen. G-d zal er wel in voorzien.
Maar waarom komt Jezus’ dood hier dan ter sprake, als het niet gaat om de ‘banaliteiten’ van al of niet belastingen betalen?
Mij lijkt het te gaan over vrij worden net als Jezus, niet in de betekenis van zomaar ‘alles doen wat je wilt’, maar wel: je niet laten tegenhouden om te doen wat je – van binnenuit – moet doen. Écht vrij worden is je door niets laten tegenhouden om te doen wat G-d je ingeeft en consequent G-ds weg gaan.
En dat is zo anders dan wat de goegemeente automatisch aanneemt en doet, dat het als het ware vanzelf aanstoot geeft en gewelddadige reacties uitlokt.
Jezus laat zich dáár alvast niet door doen … En ik?