Mt.8,23-27 (4/07/2023)
23 Jezus stapte in de boot
en zijn leerlingen volgden hem.
24 Kijk! Er stak een hevige storm op over het meer
zodat de boot overspoeld werd door de golven.
Hij echter sliep.
25 Zijn leerlingen gingen hem wakker maken:
“Heer, red ons, wij vergaan!”
26 Hij zei tegen hen:
“Waarom ben je zo bang, klein-vertrouwenden?”
Hij stond op en bestrafte de wind en de zee
en er werd een grote stilte geboren.
27 De mensen verwonderden zich:
“Wat voor iemand is hij toch,
dat zelfs de wind en de zee hem gehoorzamen?”
Meestal spreken we over stilte ‘voor’ de storm, maar hier wordt ‘na’ de storm een grote stilte geboren. Stilte kan blijkbaar verschillende verschijningsvormen aannemen. Het kan een beangstigende stilte zijn, waarin de onzekerheid toeslaat, of een drukkende stilte, als je voor een spannende gebeurtenis staat en de zenuwen gespannen staan. Het kan ook een gevulde stilte zijn, waarvan je geniet bij een deugddoend samenzijn met vrienden. Of het kan een stilte zijn die als een weldaad over je komt, waarin je dicht bij jezelf komt en waarin je het suizen van een zachte bries hoort als een fluistering van G-d …
Wat zou de grote stilte hier kunnen betekenen? Mij lijkt het dat er bij de leerlingen een stilte geboren wordt die rust brengt en openheid creëert. Een stilte vol van verwondering, verwachting en van mogelijkheden, of m.a.w. de stille zekerheid van het geloof die hen vertrouwen geeft. Het is een grondeloze stilte die zwijgt aan alle zwijgen voorbij. Een stilte om te koesteren.