Verbonden Leven

Mt.16,13-19 (29/06/2023)

13    Nu kwam Jezus in de streek van Caesarea Filippi [noord-Israël].
       Hij vroeg aan zijn leerlingen:
       “Wie zeggen de mensen dat de mensenzoon is?”
14    Ze antwoordden:
       “Sommigen zeggen Johannes de doper, anderen Elia,
       en nog anderen Jeremia of één van de profeten.
15    Nu zei hij tegen hen:
       "Maar jullie, wie zeggen jullie dat ik ben?”
16    Simon Petrus antwoordde:
       “Jij bent de Gezalfde [Christos/Messiah],
       de zoon van de levende God!”
17    Jezus zei nu tegen hem:
       “Gezegend [vooruit ermee!] ben jij, Simon Barjona [zoon van Jona],
       want niet vlees en bloed hebben dit geopenbaard aan jou,
       maar mijn Vader in de hemelen.
18    En ik zeg jou dat jij een rots [Petros] bent,
       en op deze rots zal ik mijn gemeenschap bouwen
       en de poorten van het dodenrijk
       zullen haar niet te sterk zijn.
19    En ik zal je de sleutels geven van het koningschap der hemelen.
       Wat je zult binden op de aarde,
       zal gebonden zijn in de hemelen,
       en wat je zult vrij maken op de aarde,
       zal vrij gemaakt zijn in de hemelen.”

Jezus stelt zijn leerlingen een vraag: “Wie zeggen jullie dat ik ben?” Petrus geeft een antwoord dat blijkbaar ‘to the point’ is. Vandaag zouden heel wat leerkrachten zeggen: Perfect geantwoord. Jij hebt duidelijk goed gestudeerd! Voor Jezus gaat het echter niet over studie of rationele kennis, maar wel over ‘in kennis zijn met’, over r-el-atie dus. G-d is niet te vatten in theorieën. G-d (= el in het Hebreeuws) breekt ons verstand (ratio) binnen. Hij is een G-d die ons denken openbreekt en relatie aangaat.
Als je dit toelaat – zoals Petrus – kom je tot onderscheiding en leg je alvast stevige fundamenten om een gemeenschap op te bouwen, nl.
- Verbonden leven, in relatie met G-d en van daaruit met je mede-mens.
- Onderscheiden wat van G-d komt en wat niet.
Petrus wordt niet beloond met een 10/10. Hij krijgt veel meer, nl. een duiding over wie híj is en wat híj zal betekenen voor de wereld. Hij krijgt een nieuwe naam (rots) met een levensopdracht: rots zijn voor zijn Gemeenschap, voor de Kerk. Wat een zalige – G-ddelijke – opdracht is dat!