Mt.5,43-48 (20/06/2023)
43 Jullie hebben gehoord dat er gezegd is:
Je zult wie je nabij is daad-werkelijk liefhebben
en je vijand haten. [Lev.19,18]
44 Ik echter zeg jullie:
Heb je vijanden daad-werkelijk lief,
zegen wie jou vervloekt,
doe goed aan wie jou haat
en bid voor wie jou vervolgt.
45 Dan worden jullie kinderen van de Vader in de hemelen,
want hij laat zijn zon opgaan over slechten en goeden
en laat het regenen over integeren en niet-integeren.
46 Want als jullie [alleen] liefhebben wie jullie liefheeft,
wat is dan je verdienste?
Doen de tollenaars [die hun eigen volk uitbuiten] niet hetzelfde?
47 En als jullie alleen je vrienden begroeten [= zegenen met vrede],
wat doe je dan extra?
Doen de niet-Joden [die volgens de wet buiten Gods plan vielen] niet hetzelfde?
48 Wees dus volkomen integer
zoals jullie Vader in de hemelen volkomen integer is.
“Heb je vijand lief?” Daar lachen de grootmachten om. Denk je dat het helpt tegen Poetin? Het is grenzeloos naïef om dat te denken. De vijand is slecht, geniepig, onmenselijk, begaat misdaden, … Dat is wat oorlogsretoriek doet geloven. Dat zal misschien ook wel zo zijn, maar zijn wij, is de andere kant, brandschoon? Daarom is oorlog zo verschrikkelijk, het ontmenselijkt, het maakt de meest kwade impulsen in mensen los.
Gelukkig blijven die woorden, over je vijand liefhebben, ons bevragen. Kunnen we in de ander en in ons zelf de menselijkheid blijven zoeken?
Ik weiger te geloven dat de woorden van Jezus die we hier horen, loze kreten zijn. Ik weiger te geloven dat ze alleen maar voor het ‘vrome gevoel’ zijn, of dat ze alleen toepasbaar zijn in de kleine wereld van ons dagelijkse omgaan met elkaar. Je vijand liefhebben, dat is niet soft of wereldvreemd, maar dat is in je vijand de menselijkheid willen blijven zien en dat is te horen in de woorden waarmee je over hem spreekt. Het heeft te maken met het besef dat je uiteindelijk geroepen bent om naar vrede en verzoening te zoeken, hoe moeilijk dat ook is.