Mt. 21,1-11 (2/04/2023)
Toen ze dicht bij Jeruzalem kwamen en bij Betfage, aan de berg der olijven, zond Jezus twee leerlingen uit: “Ga naar het dorp recht voor je. Je zult er onmiddellijk een vastgebonden ezelin vinden met een veulen bij haar. Maak ze los en breng ze bij mij. En als iemand je wat vraagt, zeg dan: ‘De Heer heeft ze nodig’, en hij zal ze onmiddellijk meezenden.”
Dit alles is gebeurd opdat vervuld zou worden het woord door de profeet gesproken:
Zeg tegen de dochter van Sion [het messiaanse volk]:
Kijk, jullie koning komt naar je toe,
zachtmoedig
[praüs: meek, gentle, zachtaardig, vriendelijk, nederig : ootmoedig]
en gezeten op een ezelin, een veulen,
het jong van een lastdier. [Zach.9,9]
De leerlingen gingen en deden zoals Jezus hen had opgedragen. Ze brachten de ezelin en het veulen. Ze legden hun mantels op hen en hij ging erop zitten. De ondertussen grote menigte spreidde hun mantels op de weg of hakten takken van de bomen en spreidden die op de weg. Voor hem gaande en hem volgende, riepen ze:
“Hosanna [leve] voor de zoon van David!
Gezegend de komende in de naam van de Heer,
hosanna in den hoge!”
Toen hij binnentrok in Jeruzalem geraakte heel de stad in opschudding: “Wie is dat toch?” De menigte zei: “Dat is de profeet Jezus, uit Nazaret in Galilea!”
Wat voor vreemde koning is dat toch, een koning op een ezel! Wat voor vreemd volk is dat toch, dat zijn koning toeroept ‘hosanna’ en in één adem door ‘kruisig hem’! Wat voor vreemde leerling ben ik, die zijn mantel spreidt voor zijn geliefde leermeester en straks wegvlucht?
Jezus ondergaat het allemaal ‘zachtmoedig’, ‘ootmoedig’. Een moeilijk te peilen woord wegens zijn enorme diepte/hoogte (= tot op G-ds peil) én reikwijdte (= het redt de hele wereld), terwijl het om iets heel eenvoudigs gaat. Het meest typerende beeld ervoor is een lammetje. Niet voor niets wordt Jezus straks op Witte Donderdag het lam G-ds genoemd!
Toch is dát blijkbaar het beeld dat de Schrift naar voor schuift als de ideale koning. Jezus heeft de diepte en reikwijdte van de Schrift zó gevat dat hij die in zijn eigen persoon kon be-waren en dus vervullen.
Van de leerlingen weten we dat ze na hun ‘dip’ op Goede Vrijdag vurige verkondigers zijn geworden. Zal ik de diepte en reikwijdte van dit geschrevene in mijn leven be-waren?