Mt.13,1-9 (20/07/2022)
Op die dag trok Jezus buitenshuis en ging zitten bij het meer. Er verzamelde zich zo’n menigte rondom hem dat hij in een boot stapte en daarin ging zitten, terwijl de menigte op het strand stond. Hij sprak hen uitvoerig toe in gelijkenissen:
“Kijk, een zaaier ging uit om te zaaien.
Daarbij viel een deel op de weg.
De vogels kwamen en aten het op.
Een ander deel viel op steenachtige grond,
waar het niet veel aarde had.
Onmiddellijk kwam het op
omdat het niet veel diepte had,
maar van zodra de zon opkwam, verschroeide het,
omdat het geen wortel had.
Een ander deel viel tussen de dorens.
Die schoten op en verstikten het.
Een ander deel nu viel in goede aarde
en gaf vrucht,
deels honderd-, deels zestig-, deels dertigvoudig.
Wie oren heeft om te horen,
moet luisteren!
Een eerste gelijkenis om op het spoor te komen van die ‘nieuwe familie’. Wat betekent het om te leven ‘in het verlengde van G-d’?
We zouden ons eigenlijk kunnen beperken tot de laatste zin, zelfs het laatste (en eigenlijk ook eerste) woord: luister! Álle waardevolle dingen in het leven beginnen bij een hart dat zich openstelt en in een geheimvolle stilte luistert naar wat ‘het’ ingeeft. Het is luisteren naar gefluister: G-ds Geest die zacht of stormachtig je hart bewerkt tot het in beweging komt.
Hoe staat het met mijn hart? Platgetrapt? Versteend? Verd(t)oornd? Of laat ik het kneden door G-ds Geest? Laat ik mij openploegen tot vruchtbare grond?
Het ‘openploegen’ gaat niet alleen over G-d ‘binnen’ willen laten, maar ook over hem ‘buiten’ willen laten! Vruchtbaarheid is nooit iets voor jezelf. Oogst oppotten is geen vruchtbaarheid! Alleen uitgedeelde oogst is beeld voor ‘het rijk van G-d’.
Luister …