Mc.4,35-41 (23/06/2024)
35 Op diezelfde dag, toen het avond was geworden,
zei hij tegen hen:
“Laten we naar de overkant van het meer gaan.”
36 Ze lieten de menigte gaan
en namen hem mee, zoals hij in de boot zat.
Ook andere bootjes waren bij hem.
37 Er stak een hevige stormwind op
en de golven stortten zich op de boot,
zodat die al vol liep.
38 Hij lag ondertussen op het achterschip, op een kussen, te slapen.
Ze maakten hem wakker en zeiden:
“Meester, raakt het jou niet dat we vergaan?”
39 Nu wakker geworden, strafte hij de wind af
en zei tegen het meer: “Zwijg! Wees stil!”
En de wind bedaarde
en er ontstond een grote stilte.
40 Hij zei tegen hen:
“Waarom zijn jullie zo bang?
Hoe kunnen jullie nog zo zonder vertrouwen zijn?”
41 Zij echter werden erg bevreesd
en zeiden tegen elkaar:
“Wie is hij toch,
dat zelfs de wind en het meer hem gehoorzamen?”
Zou het Jezus niet raken dat zij/wij vergaan? O ja, wij denken dat vaak. En méér dan denken. We zijn er zelfs zó van overtuigd dat we het hem verwijten. En toegegeven, het lijkt ook soms wel zo.
Maar dan moeten wij ons een andere vraag stellen: Maken wij hem wakker? Het lijkt een retorische vraag waarop wij automatisch lijken te antwoorden: natuurlijk! Maar misschien moeten we eerlijker naar onszelf kijken. Als er zich iets voordoet in ons leven, bij wie gaan wij dan te rade? Bij Jezus? Of rekenen wij vooral op onze eigen kunde en krachten? Vertrouwen wij niet meer op onszelf dan op de a/Ander?
Zolang wij enkel op eigen krachten vertrouwen, mogen wij niet verwonderd zijn dat het vaak stormt in ons leven. Onze inzichten en mogelijkheden zijn nu eenmaal beperkt, en zeker beperkt tot – in het beste geval – een oplossing voor het probleem. Maar wie Jezus werkelijk wakker roept in zijn leven, hem erin uitnodigt als ‘heer van de wind’, in hem/haar zal een ‘grote stilte’ ontstaan – wat zoveel verder reikt dan ‘een oplossing voor een probleem’.