Mc.9,38-40 (22/05/2024)
38 Johannes bracht nu in:
“Meester, wij hebben iemand gezien
die in jouw naam demonen uitdrijft
maar die ons niet volgt.
Daarom hebben wij geprobeerd het hem te verhinderen.
39 Maar Jezus zei:
“Verhinder het hem niet!,
want niemand zal in mijn naam een machtige daad doen
en tegelijk kwaadspreken over mij.
40 Want wie niet tegen ons is,
is vóór ons!
Mensen lijken toch niet erg te veranderen in de loop van 2000 jaar! – Net daarom overigens, is het nog steeds interessant om de Bijbel te lezen! – Alleen wie zich bij onze club aangesloten heeft, mag de dingen doen die wij doen. Wie zich niet tot onze club wil bekennen, stoten wij af en verhinderen wij. Alsof wij een patent kunnen nemen op het goede.
Jezus zou Jezus niet zijn als hij in dit soort al te klein-menselijkheid zou meegaan. Als het goede maar gebeurt, vindt hij. Goedheid en goedheid – in wat voor naam dan ook – zullen elkaar wel vinden – tenminste uiteraard als je het wíl zien.
Het zou een waarmerk voor Christenen (dus ook voor ons vandaag) moeten zijn, níet te denken dat wij goedheid kunnen opsluiten in onze eigen club, maar integendeel met open oog en hart te erkennen waar goedheid overal gebeurt en daar bondgenootschap mee te sluiten. Immers – om het met de woorden van de veel latere Johannes te zeggen: Waar Liefde is, ís G-d!