Lc.6,36-38 (14/03/2022)
Word mede-lijdend zoals ook jullie Vader mede-lijdend is.
Oordeel niet en je zult niet geoordeeld worden.
Veroordeel niet en je zult niet veroordeeld worden.
Spreek vrij en je zult vrijgesproken worden.
Geef en er zal je gegeven worden.
Een goeie maat zullen ze je in de schoot werpen,
geschud, aangestampt en overlopend.
Want met de maat waarmee jullie meten, zul je ook gemeten worden.”
Het staat er niet in die letterlijke woorden, maar het is duidelijk hoe Jezus hier onze relatie met medemensen in één lijn zet met onze relatie met G-d. De kwaliteit van de ene zegt alles over de andere, en omgekeerd.
Dat wie mensen aan de kant laat, ook G-d aan de kant zal laten, dat willen we nog wel zeggen – over anderen natuurlijk. Dat wie G-d aan de kant laat, ook mensen aan de kant zal laten, dat durven we zelfs over anderen bijna niet uitspreken.
Wij zijn – waarschijnlijk – wel vertrouwd met de woorden van dit stukje Evangelie. Door die vertrouwdheid lopen we echter het risico niet meer op te merken hoe schokkend en ‘abnormaal’ die woorden zijn! Ga het maar even na je in eigen leven hoe ‘normaal’ mede-lijden is (het streepje wil duidelijk maken dat het níet gaat over betuttelende compassie, maar om mee in het lijden van een ander te gaan staan); niet-veroordelen (open de ander als anders verwelkomen); vrijspreken (ipv mensen vast te zetten door onze woorden); gul geven; …
Vastentijd is de uitgelezen kans om onze relaties, zowel de menselijke als de goddelijke, eens onder de loep te nemen!