Verbonden Leven

Lc. 17,20-25 (12/11/2020)

De Farizeeën vroegen hem nu wanneer het rijk van God zou komen.
Hij antwoordde hen: “Het koninkrijk van God komt niet zintuigelijk observeerbaar.
Je kunt niet zeggen: Kijk, hier!, of: Kijk, daar! Want het koninkrijk van God is binnenin jullie.”
Tegen zijn leerlingen zei hij nu: “Er zullen dagen komen dat jullie zullen wensen één dag van de mensenzoon te zien,
maar je zult die niet zien. Men zal tegen jullie zeggen: Kijk, hier!, of: Kijk, daar! Ga daar niet heen; volg ze niet.
Want zoals de bliksem de hemel verlicht van het ene eind tot het andere, zo zal het ook zijn op de dag van de mensenzoon.
Maar eerst moet hij veel lijden, verworpen worden door de mensen.”

Aangezien het rijk van G-d per definitie goddelijk is, is het – even per definitie – níet afmeetbaar naar menselijke maatstaven.
Het is geen ‘ding’. (Ook het woord ‘binnenin’ is maar een poging om íets te zeggen, want ook dat is geen ‘plaatsbepaling’.)
Je kunt het niet vastgrijpen en zeggen: “Nu heb ik het!” (Laat staan dat je zou kunnen zeggen: “Ik heb het, en jij níet!”)
Eerder dan ‘een objectief ding’ is het rijk van G-d eerder ‘een subjectief gebeuren’ –
waarmee niet bedoeld wordt dat het alleen maar een persoonlijke interpretatie zou zijn,
maar wél dat het iets is dat zich afspeelt tussen mensen. Misschien zou je G-d kunnen benoemen als ‘de knettering in het samenspel van mensen’ – was G-d niet Liefde?
Jezus zegt er hier verder niet zoveel over, maar verbindt het wél aan het lijden. Helaas (omdat het lastig te beleven is), maar als er íets valt aan te wijzen
over het gebeuren van het rijk van G-d, dan is het dáárin: Waar omwille van de liefde, en ín de Liefde, ook het lijden opgenomen wordt,
dáár ‘toont’ zich het rijk van G-d!