Lc.10,21-24 (3/12/2024)
21 Op dat eigen moment, vervuld van de geest,
jubelde Jezus het uit:
“Ik prijs en dank je, vader, heer van hemel en aarde,
dat je deze dingen verborgen hebt
voor [eigenmachtige] bekwamen en verstandigen
en ze onthuld hebt
voor [onmachtige] onmondigen.
Ja, vader, zo heb jij het goed bevonden voor jouw gelaat.”
22 En hij ging verder tegen de leerlingen:
“Alles is mij door mijn vader toevertrouwd,
en niemand weet wie de zoon is, behalve de vader,
en niemand weet wie de vader is, behalve de zoon
en aan wie de zoon het wil onthullen.
23 Zalig de ogen die zien wat jullie zien,
24 want ik zeg jullie:
Veel profeten en koningen verlangden
te zien wat jullie zien,
maar zij hebben het niet gezien,
en te horen wat jullie horen,
maar zij hebben het niet gehoord.”
Het enthousiasme van de medewerkers is voor Jezus een gegronde reden om het uit te jubelen. Toch waarschuwt hij zijn leerlingen: het gaat niet om het resultaat. Zijn dankbaarheid is gericht op de stuwende kracht achter alles. Het is G-ds Geest die de dynamiek aandrijft. Het is ook de goddelijke Geest die Jezus doet jubelen en danken voor alles wat de leerlingen hebben mogen realiseren. Hij is dankbaar voor zijn verbondenheid met God – een verbondenheid die de leerlingen mogen delen – die alles in beweging heeft gezet.
In deze verbondenheid gingen de leerlingen vol vertrouwen op weg, en ervaarden zij G-ds helende kracht, die zij vervolgens doorgaven aan anderen die ze heelden. Onderweg zagen en hoorden zij dingen die voor de doorsnee mens onzichtbaar en onhoorbaar zijn.
Deze goddelijke nabijheid is zoveel meer waard dan welke intellectuele redevoering dan ook. Niet het verstand, maar de goddelijke Liefde is de stuwende kracht. Leven vanuit de Liefde doet jubelen en prijzen, niet omwille van jezelf, maar om G-ds Geest.