Lc.14,15-24 (2/11/2024)
15 Eén van de tafelgenoten hoorde dit en beaamde:
“Gezegend wie mag maaltijd houden in het koninkrijk van God!”
16 Jezus antwoordde hem:
“Iemand richtte een groot gastmaal in en had veel mensen uitgenodigd.
17 Op het uur van het gastmaal
zond hij zijn dienaar
om de genodigden te melden:
“Kom, alles is bereid.”
18 Maar onverwacht begonnen zij allen zich te verontschuldigen:
“Ik heb een akker gekocht
en ik moet die gaan bekijken;
ik vraag je mij te willen verontschuldigen.”
19 “Ik heb vijf ossenspannen gekocht
en moet die gaan proberen;
verontschuldig mij.”
20 “Ik ben pas getrouwd,
daarom kan ik niet komen.”
21 Bij thuiskomst meldde de dienaar dit aan zijn heer.
Die werd woedend en zei nu tegen zijn dienaar:
“Ga vlug naar de pleinen en stegen van de stad.
De armen en gebrekkigen, de lammen en de blinden,
breng ze hier binnen!”
22 De dienaar zei:
“Heer, wat je opgedragen hebt, is gebeurd, en nog is er plaats.”
23 De heer zei tot de dienaar:
“Ga naar de wegen en paden buiten de stad
en nodig de mensen met aandrang uit binnen te komen,
zodat mijn huis vol raakt.
24 Want ik zeg jullie:
Niemand van wie uitgenodigd waren,
zullen proeven van mijn gastmaal.”
Net als gisteren klinkt ook vandaag: “Gezegend wie…”. Dus: en marche! Vooruit, op weg ermee!
Het enige wat je hoeft te doen, is komen, want alles is al bereid. De vraag is: ben ík bereid?
Eén voor één komen de verontschuldigingen naar boven (het is zo herkenbaar): “Ik heb nog dingen te doen, ik moet dit en dat, ik vraag … “ Al die ikkige doenderigheid houdt mensen tegen om op de uitnodiging in te gaan. ”Sorry maar jij past nu niet in mijn agenda. Er moet (?) nog zoveel gebeuren.”
Het gevolg is dat zij die genodigd waren, niet mee zullen feesten en de smaak van het koninkrijk niet proeven. Aan de andere kant worden juist zij aangesproken die in de ogen van de goegemeente niet in de actieve – de ‘normale’ – maatschappij thuis horen. Met aandrang wordt aan hen die rondhangen op pleinen en in stegen gevraagd om binnen te komen en mee aan te schuiven aan de tafel. Zij zullen de smaak van G-ds rijk kunnen proeven.
En … er is nog plaats!