Lc.6,27-38 (12/09/2024)
27 Maar tegen jullie zeg ik:
“Heb je vijanden daad-werkelijk lief.
Doe goed aan wie jou haat.
28 Zegen wie jou vervloekt.
Bid voor wie jou smalend behandelt.
29 Aan wie jou op de wang slaat,
hou hem ook je andere wang voor.
Aan wie jouw mantel afneemt,
weiger hem niet je hemd.
30 Aan ieder die vraagt: geef,
en van wie iets van jou wegneemt: vraag niet terug.
31 Zoals je wil dat de mensen aan jou doen,
doe dat zó aan hen!
32 Als je [enkel] liefhebt wie jou liefhebben,
wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars hebben lief wie hen liefhebben.
33 Als je enkel goed doet aan wie jou goed doen,
wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars doen hetzelfde.
34 Als je enkel uitleent aan hen van wie je hoopt terug te krijgen,
wat voor genade is dat?
Want ook de zondaars lenen aan zondaars
om hetzelfde terug te krijgen.
35 Nee, daarentegen!
Heb je vijanden daad-werkelijk lief.
Doe goed en leen uit,
zonder iets terug te verwachten.
Dan zal je loon groot zijn
en zijn jullie kinderen van de Allerhoogste!
Want hij doet ook goed [chrèstos = goed, mild, teder, genadevol (cf. Hebr. chesed)]
voor de ondankbaren en verdwaasden.
36 Word mede-lijdend
zoals ook jullie Vader mede-lijdend is.
37 Oordeel niet
en je zult niet geoordeeld worden.
Veroordeel niet
en je zult niet veroordeeld worden.
Spreek vrij
en je zult vrijgesproken worden.
38 Geef
en er zal je gegeven worden.
Een goeie maat zullen ze je in de schoot werpen,
geschud, aangestampt en overlopend.
Want met de maat waarmee jullie meten,
zul je ook gemeten worden.”
We lezen verder in de Lucas-versie van wat we meestal bij Matteüs de bergrede noemen. Het wordt ook wel ‘het manifest van de Christen’ genoemd. Het bevat inderdaad een opsomming van handelwijzen die eigen zouden moeten zijn aan een Christen.
‘Zouden moeten’ … Het wordt echter al snel duidelijk dat de lat bijzonder hoog ligt en dat wij dat zelden halen. Moeten we dat ‘manifest’ dan maar laten voor wat het is en het afwijzen als misschien wel mooi maar onhaalbaar, zoals vele mensen vandaag doen, óók wie zich Christen noemt?
Dat zou erg jammer zijn en de bijzondere waarde van de Christelijke handelwijze inderdaad helemaal doen verdwijnen.
Als we dit ideaal moeilijk vinden, moeten we het niet afwijzen, maar twee dingen tegelíjk doen: Enerzijds gewoon blijven proberen, beseffend dat we alleen maar ‘op weg’ kunnen zijn. En anderzijds – tegelijk dus – heel goed beseffen dat wij dit nooit op éigen kracht kunnen, omdat het Góds werk is, niet het onze!
Vandaag een nieuwe dag om minstens enige van de Christelijke handelwijzen in de kracht van G-ds Genade toch wel waar te maken …