Lc.9,43b-45 (30/09/2023)
43b Allen stonden verwonderd over alles wat hij deed
[na de genezing van een bezeten jongen],
maar Jezus zei tot zijn leerlingen:
44 “Knopen jullie dit goed in je oren:
De mensenzoon moet overgeleverd worden
in de handen van de mensen.”
45 Maar zij begrepen deze woorden niet
– ze waren verborgen, zodat zij ze niet bevatten –
en durfden er hem niet naar vragen.
Slechts drie verzen, en toch een en al paradox!
Grote bewondering voor wat Jezus doet: fantastisch toch dat iemand heling kan brengen. En net dan zegt Jezus dat ze hem zullen doden! Waarom toch?
Geen wonder dus dat ze het niet begrepen.
Maar waarom durfden ze hem er niet naar vragen?
Huiver en schroom zijn misschien wel ‘ouderwetse’ deugden, maar niettemin nog steeds het beleven waard. Toch kunnen ze blijkbaar ook in de weg zitten. Schroom voor het Heilige is gepast; een vertrouwelijke omgang ermee ook!
G-d wil naar zijn mensen toe komen. Dat doet Hij(?) in allerlei vormen van Go(e)dheid. Maar zal ik dat zíen? Zal ik dat (h)erkennen en er ontvankelijk voor staan? Of zal ik het afwijzen (“kwaad omdat G-d goed is” – zie vorige zondag)? De paradox zit midden in mij!
Het antwoord zal zijn: met open ogen én open hart zíen, dúrven zien en durven erkennen dat goedheid G-d is – en die niet wegstoten uit mijn leven …