Lc.6,43-49 (16/09/2023)
43 “Want een goede boom brengt geen rotte vruchten voort,
en een rotte boom geen goede vruchten.
44 Want iedere boom wordt gekend aan de eigen vruchten.
Want van doornstruiken verzamelt men geen vijgen
en van braamstruiken oogst men geen druiven.
45 Een goed mens brengt goede vruchten voort
uit de schat van zijn goede hart;
een verdwaasd mens brengt dwaze vruchten voort
uit de schat van zijn verdwaasd hart.
Want waar het hart van vol is, spreekt de mond.
46 Wat roep je mij “Heer, Heer!”
en doe je niet wat ik zeg?
47 Ieder die naar mij komt
en mijn woorden hoort en doet –
ik zal je tonen op wie hij gelijkt:
48 Hij is als iemand die een huis bouwt
en het fundament graaft, uitdiept en grondvest op een rots.
Er kwam een overstroming en de rivier beukte tegen dat huis,
maar die was niet bij machte het te doen wankelen,
want het was gefundeerd op de rots.
49 Maar wie ze gehoord heeft en níet doet,
is als iemand die een huis bouwt
los op de grond, zonder fundament.
De rivier beukte tegen dat huis
en het stortte onmiddellijk in.
Het werd een puinhoop.”
Wij zijn (te) gewoon het Evangelie in korte stukjes te lezen, waardoor we de samenhang soms missen. Het ‘stukje’ van vandaag is de rechtstreekse voortzetting van het ‘stukje’ van gisteren. Het blijft dus gaan over hoe Jezus hoopt wat voor mensen zijn volgelingen zouden zijn.
Het onderscheidingsvermogen dat een christen aan de dag moet leggen om kritisch naar zijn eigen leven te kijken (gisteren), zal zich ook laten zien aan ‘de buitenkant’, de ‘vruchten’ die iemand voortbrengt voor zijn omgeving (vandaag). Hoe de ‘binnenkant’ er wérkelijk uitziet, straalt af op iemands ‘buitenkant’.
Daarom is het ook niet voldoende om alleen lippendienst aan G-d te bewijzen. Dat soort ‘buitenkant’ is veruit te mager volgens Jezus. Hij hoopt op een ‘buitenkant’ die heel haar doen en laten fundeert op G-d en inricht (en ‘uitricht’) naar zijn geboden.
Het kan allemaal moeilijk lijken, maar je mag weten: wie deze weg van Jezus kiest, staat stevig!