Lc.1,39-56 (15/08/2023)
39 Kort daarop reisde Maria met haast
naar het bergland, naar een stad in Judea.
40 Ze ging het huis van Zacharias binnen
en begroette Elisabet.
41 Toen Elisabet de begroeting van Maria hoorde,
sprong het kind in haar schoot op
en Elisabet werd vervuld van heilige geest.
42 Ze riep uit:
“Gezegend ben jij onder de vrouwen
en gezegend de vrucht van jouw schoot!
43 Vanwaar valt mij dit toe
dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
44 Kijk! Zodra de klank van je begroeting in mijn oor kwam,
sprong het kind in mijn schoot op van uitbundige blijdschap.
45 Gezegend wie vertrouwde,
want wat haar vanwege de heer is gezegd
zal vervulling vinden.”
46 En Maria zong het uit:
“Mijn ziel maak groot de Heer,
47 uitbundig blij is mijn geest om God, mijn bevrijder,
48 want hij heeft omgezien
naar de kleinheid van zijn dienares.
Kijk! Vanaf nu zullen alle generaties mij gezegend noemen.
49 Want hij die geestkrachtig is,
deed grote dingen aan mij.
Heilig is zijn Naam!
50 Zijn barmhartigheid duurt over alle generaties
voor wie hem vreest.
51 Hij toont machtige daden
en slaat hoogmoedigen van hart uiteen;
52 machthebbers haalt hij neer van hun troon
en kleinen maakt hij groot;
53 hongerigen vervult hij met goede gaven
en rijken stuurt hij weg met lege handen.
54 Hij trekt zich Israël, zijn dienaar, aan,
her-innerend zijn tederheid
55 – zoals hij het gezegd had tegen onze vaders –
voor Abraham en voor alle generaties, tot in eeuwigheid.”
56 Maria bleef ongeveer drie maanden bij haar
en keerde dan naar huis terug.
Vandaag vieren we het hoogfeest van Maria. Een ferme madam is het. Regelmatig verschijnt dit stukje Evangelie in het rooster van het dagelijkse Evangelie en zo wordt Maria telkens weer in het daglicht geplaatst. Gelukkig denk ik dan, want op die manier wordt het voor mij alsmaar meer duidelijk dat deze vrouw leeft in elke vrouw, in elke mens
die om welke reden dan ook over het hoofd wordt gezien,
van wie niemand nog iets verwacht,
die durft te leven-IN-vertrouwen,
die zich nooit zal neerleggen bij onmacht, maar die de hoop wakker houdt - de hoop dat elke rafelrandmens, elke kromgebogen man of vrouw ooit rechtop zal lopen,
die weigert zich te laten verlammen door angst, maar rotsvast blijft geloven in dat woord: ‘vrees niet, in jou wil G-d iets nieuws beginnen’.
Ook wij kunnen ervoor kiezen om díe mensen te worden en zo net als Maria uit te groeien tot mensen vol van genade.