Lc.16,1-13 (18/09/2022)
Jezus zei ook tegen zijn leerlingen [terwijl de farizeeën en schriftgeleerden meeluisterden]:
“Er was eens een rijk man die een huismeester had die bij hem werd aangeklaagd omdat hij zijn bezittingen verkwistte. Hij riep hem en zei: “Wat hoor ik daar over jou? Geef verantwoording van je bestuur, want zo kun je geen huismeester blijven.”
De huismeester zei nu bij zichzelf: “Wat moet ik doen, nu mijn heer mij het bestuur ontneemt? Om te spitten heb ik niet de kracht en om te bedelen schaam ik me …” Ik weet al wat ik ga doen, zodat – wanneer ik ontzet ben uit het bestuur – ze mij toch in hun huis zullen ontvangen.” En hij riep elk van de schuldenaars van zijn heer bij zich en vroeg aan de eerste: “Hoeveel ben je mijn heer schuldig?” Die zei: “Honderd vaten olie.” Hij antwoordde hem nu: “Hier is je akte, ga zitten en schrijf vlug: vijftig.” Vervolgens zei hij tegen een ander: “En jij, hoeveel ben jij schuldig?” Die zei: “Honderd [grote] maten tarwe.” Tegen hem zei hij: “Hier is je akte. Schrijf: tachtig.”
De heer prees de oneerlijke huismeester dat hij doordacht had gehandeld. Want de kinderen van deze wereld handelen doordachter dan de kinderen van het licht ten aanzien van hun tijdgenoten.”
Ik zeg jullie: Maak voor jezelf vrienden uit de afgod van ongerechtig houvast [onrechtvaardige mammon = al datgene waar je onrechtmatig je vertrouwen op stelt], zodat ze, wanneer die verdwijnt, jullie verwelkomen in de eeuwige tenten.
Wie betrouwbaar is in het kleinste, is ook betrouwbaar in het grote, en wie ongerechtig is in het kleinste, is ook ongerechtig in het grote. Als jullie dan niet betrouwbaar blijken ten aanzien van de afgod van ongerechtig houvast, wie zou dan het waarachtige aan jullie toevertrouwen?! En als jullie niet betrouwbaar blijken ten aanzien van andermans goed, wie zou jullie dan het onze geven?!
Geen enkele dienaar jan twee heren dienen. Want ofwel zal hij de ene haten en de ander liefhebben, ofwel de ene aanhangen en de ander verachten. Je kunt niet God dienen én de afgod waar je op rekent.
“De heer prijst het dat de kinderen van deze wereld doordachter handelen dan de kinderen van het licht.” Die conclusie moeten we precies lezen. Hij prijst uiteraard niet dat ze konkelfoezen, maar wél dat ze hun verstand gebruiken en planmatig te werk gaan om hun doel te bereiken. Ook gelovigen vandaag kunnen daar een voorbeeld aan nemen. Ook ‘het rijk G-ds’ ‘komt niet uit de lucht vallen’. Daar moet doelmatig en met overleg aan gewerkt worden.
Toch zijn het niet dezelfde criteria waarmee er moet gedacht en gewerkt worden. “Waarop stel je je vertrouwen, vraagt Jezus, wat is je houvast, je lijn van redeneren?” Is dat een of andere afgod? – die zijn er in meerdere soorten! Of mag Ik jouw meester – jouw richtingwijzer – zijn?
Christenen zouden er dus goed aan doen – en daarmee Jezus’ vraag hier inwilligen – om meer ‘de koppen bij elkaar te steken’ en zich samen af te vragen hoe ze G-d in deze wereld kunnen dienen.