Lc.5,1-11 (1/09/2022)
Op een keer drong de menigte rondom hem om het woord van God te horen. Hij was toen bij het meer van Gennesaret [= meer van Galilea]. Hij zag twee boten aan de oever liggen. De vissers waren eruit gestapt en spoelden hun netten. Hij stapte in één van de boten – het was die van Simon – en vroeg hem een eindje van het land af te varen. Hij ging zitten en onderrichtte de menigte vanuit de boot.
Toen hij ophield te spreken, zei hij tegen Simon: “Vaar naar het diepe en gooi daar jullie netten uit om iets te vangen.” Simon antwoordde hem: “Meester, de hele nacht door hebben wij gezwoegd en hebben niets gevangen, maar op jouw woord zal ik het net uitwerpen.” Ze deden dit en vingen zo’n massa vissen dat hun netten ervan dreigden te scheuren. Ze wenkten hun maats in de andere boot om de vangst mee op te trekken. Die kwamen en vulden beide boten tot zinkens toe.
Toen hij dit zag, viel Simon Petrus bij Jezus’ knieën neer en zei: “Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig man!” Want verbazing beving hem en al de mannen die bij hem waren, over de visvangst die ze hadden samengebracht. Zo ook Jakobus en Johannes, de zonen van zebedeus, de metgezellen van Simon.
En Jezus zei tegen Simon: “Wees niet bang! Vanaf nu zul je mensen vangen en het leven schenken.” Ze brachten de boten aan land, verlieten alles en volgden hem.
Zou ík de moed hebben nog eens opnieuw te proberen? Zou ik, moe van alle getrek en gesleur een hele nacht door – en dan nog zonder dat het resultaat opleverde, op zeggen van een of andere rabbi toch nog maar weer eens uit gaan vissen?
Menselijkerwijze zou het nog maar normaal zijn dat niet meer te doen! Wie zich dus enkel door menselijke overwegingen laat leiden, laat het hierbij en keert (misschien) morgen terug tot de orde van de dag.
Is dat niet wat er vandaag al te vaak in onze kerk gebeurt? Moe van alle getrek en gesleur ‘zonder resultaat’ het dan maar opgeven, ook door wie ogenschijnlijk wel ‘binnen’ die kerk blijft? Is dat geen teken dat er teveel op de eigen menselijke krachten en redeneringen wordt gerekend?
Maar wat zal ík doen? Zal ik het wél proberen? Zal ik erop uitgaan met het ‘en toch…’, omdat ik níet uitga van mijn éigen krachten, maar durf rekenen Jezus’ Woord: “Vaar naar het diepe …”