Joh 20, 11-18(19/04/2022)
[Nadat Petrus en Johannes het lege graf hadden gezien en weer weggegaan]
Maria [van Magdala] was wenend bij het graf blijven staan. Zo wenend, boog zij zich naar het graf toe en aanschouwde twee boodschappers [angeloi] die daar zaten in het wit, één aan het hoofdeinde en één aan het voeteneinde, daar waar het lichaam van Jezus had gelegen.
Ze zeiden tegen haar: “Vrouw, waarom ween je?” Ze antwoordde hen: “Omdat ze mijn heer hebben weggenomen en ik niet weet waar ze hem hebben gebracht.”
Toen keerde zij zich om, naar achter [= weg van het graf] en aanschouwde Jezus die daar stond, zonder te weten dat het Jezus was. Jezus zei haar: “Vrouw, waarom ween je? Wie zoek je?” Menend dat het de tuinman was, zei ze: “Heer, als jij hem weggedragen hebt, zeg me waar je hem hebt neergelegd, zodat ik hem kan halen.”
Nu zei Jezus tegen haar: “Maria.” Zij keerde om en zei: “Rabboeni!” – wat wil zeggen: mijn meester.
Jezus zei haar: “Hou mij niet vast, want ik ben nog niet opgegaan naar mijn Vader. Maar ga naar mijn broers en zeg hen: Ik ga op naar mijn en jullie Vader, naar mijn en jullie God.”
Maria van Magdala ging naar de leerlingen en berichtte hen dat zij de Heer had gezien en dat hij dit tegen haar had gezegd.
Je hebt mensen die de ellende zien en dan weer verder gaan, en anderen die het aandurven om te blijven. Maria is een vrouw die blijft. Zij blijft in haar onmacht staan en aanschouwt. In het trouw blijven bij die onmacht krijgt ze zaken te zien die de anderen niet zagen. De boodschappers nemen haar verdriet au sérieux. Ze mag haar verhaal doen, de vragen die leven mogen klinken en worden écht gehoord. Dit mogen doen, doet haar omkeren weg van het graf (dat wat doods is of lijkt). Neen, niet alles is daarmee opgeklaard, het verdriet is er nog. Het scenario herhaalt zich. In het schouwen ziet Maria opnieuw een man. Opnieuw wordt haar verdriet au sérieux genomen. Opnieuw mag haar verhaal klinken. En langzaam maar zeker mag de Liefde tot haar doordringen. Ze wordt erdoor aangesproken wat haar opnieuw doet omkeren. Stap voor stap lukt het haar om los te laten, in zichzelf ruimte te creëren voor het nieuwe en komt ze opnieuw in beweging.
Zo mogen ook wij Paasmensen worden: vol Liefde onze mede-mensen tegemoet gaan en hen laten ervaren dat het de Liefde is die mensen steeds weer in beweging brengt en doet Léven voorbij de dood!