Joh.16,12-15 (20/05/2020)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: 'Nog veel heb ik jullie te zeggen, maar jullie kunnen het nu niet verdragen.
Wanneer hij echter komt, de Geest der waarheid, zal hij jullie tot de volle waarheid brengen. Hij zal niet uit zichzelf spreken
maar spreken al wat hij hoort en jullie de komende dingen aankondigen. Hij zal mij verheerlijken omdat hij aan jullie zal verkondigen
wat hij van mij ontvangen heeft. Ik zei dat hij aan jullie zal verkondigen wat hij van mij ontvangen heeft, omdat al wat de Vader heeft het mijne is.'
Wat een geluk dat Jezus zijn boodschap voorzag ‘op de groei’! Geen mens (híj was dan ook een God-mens) kan die boodschap zomaar bevatten.
Meer nog, Jezus zegt niet alleen dat we het niet kunnen bevatten, maar ook dat we het niet kunnen verdrágen!
Paulus heeft dat vergeleken met de melk om een kindje te voeden, dat pas geleidelijk kan overgaan op vaster voedsel. (1Kor.3,2-3)
Stevige kost dus, die bevrijdende boodschap van Jezus, die in essentie gaat over de liefde van zijn Vader voor ons, zijn kinderen.
Zíjn liefde is er dus alvast. De ónze moet nog groeien.
Maar wat een geluk dus dat Jezus goed wist wat het is om ‘mens’ te zijn! Daarom voorzag hij voor ons een hulp bij die groei; juister nog: een Helper.
Zijn eigen Geest zou hij ín ons laten wonen, zodat wij steeds van binnenuit verder kunnen uitgroeien tot die ‘volle mensenmaat’ – tot wij, ooit eens,
'bereid’ zijn (dat is: klaargemaakt!) uit te groeien tot de ‘volle Godsmaat’.
Jezus ging ons voor; ín zijn Geest gaan wij mee …