Joh.20,2-8 (27/12/2024)
2 Ze [Maria van Magdala] liep dus snel naar Simon Petrus
en ‘de andere leerling’ – degene die Jezus erg genegen was –
en zei hen:
“Men heeft de heer uit het graf weggenomen
en we weten niet waar ze hem hebben gebracht!”
3 Petrus en ‘de andere leerling’ gingen dus mee naar buiten,
naar het graf.
4 De twee liepen samen,
maar ‘de andere leerling’ liep wat sneller vooruit dan Petrus
en kwam zo als eerste bij het graf.
5 Voorover bukkend, zag hij de linnen doeken liggen,
maar ging niet naar binnen.
6 Nu kwam ook Simon Petrus gevolgd
en ging wel binnen in het graf.
En hij aanschouwde de linnen doeken die daar lagen.
7 De zweetdoek, die zijn hoofd had bedekt,
lag niet bij de doeken,
maar afzonderlijk opgevouwen op één plaats.
8 Nu ging ook ‘de andere leerling’,
die als eerste bij het graf was,
naar binnen.
Hij zag en vertrouwde.
De lezing van vandaag verbindt Kerstmis met Pasen. De verrezen Heer is dezelfde als het Christuskind dat we twee dagen geleden in de wereld verwelkomden.
Petrus en ‘de discipel van wie Jezus hield’ (waarschijnlijk Johannes) nemen afwisselend de noodzakelijke volgende stap in dit verhaal. Johannes gaat Petrus voorbij, maar gaat niet het graf in. Petrus gaat naar binnen en ziet. Johannes gaat naar binnen, ziet en gelooft vervolgens.
Hebben wij inderdaad elkaar niet nodig? Niet alleen voor tijden van missie - zoals Jezus zijn discipelen twee aan twee uitstuurde - maar ook in momenten van zwakte, verwarring en nood, hebben we de steun van een vriend nodig om die volgende stap te kunnen zetten.
Geloof daad-werkelijk beleven en erin groeien kan je niet alleen, daarvoor hebben we elkaar nodig!