Verbonden Leven

Joh.6,41-51 (11/08/2024)

41    De Joden morden over Hem, omdat Hij zei:
       Ik ben het brood dat neerdaalde uit de hemel.
42    Ze zeiden:
       'Is dat niet Jezus, de zoon van Jozef?
       Kennen wij zijn vader en moeder niet?
       Hoe kan Hij dan zeggen dat hij uit de hemel is neergedaald?'
43    Jezus antwoordde hen:
       'Mor niet onder elkaar!
44    Niemand is bij machte naar mij toe te komen,
       als de Vader, die Mij zendt, hem niet trekt;
       en Ik zal hem doen opstaan op de ultieme dag.
45    Bij de profetenstaat geschreven:
       En allen zullen door God onderricht zijn.
       Ieder dus die naar de Vader luistert en leert,
       komt naar mij toe.
46    Niet dat iemand de Vader heeft gezien!
       Enkel degene die van God komt,
       heeft de Vader gezien.
47    Amen, amen, ik zeg jullie:
       wie in mij vertrouwt, heeft het volle leven.
48    Ik ben het brood van het leven.
49      Jullie voorvaderen hebben het manna gegeten in de woestijn,
       maar zijn [toch] gestorven;
50    Ziehier het [ware] brood dat uit de hemel neerdaalt:
       ieder die hiervan eet, zal niet sterven.
51    Ik ben het levende brood
       dat uit de hemel is neerge¬daald.
       Als iemand van dit brood eet,
       zal hij in volheid leven.
       Het brood dat Ik zal geven voor het leven van de wereld
       is mijn vlees [lichaam].'

Met zijn ‘Ik ben’ identificeert Jezus zich met de God van Israël: ‘Ik ben die is.’ Hij vraagt niet: “Geloof in mijn woorden, maar geloof in mij! Geloof dat ik (en door mij ook jij) van G-d ben!” Dat roept weerstand op: Wie denkt hij wel dat hij is? Hij is toch ‘maar’ de zoon van die timmerman? Zijn toehoorders lijken niet te kunnen geloven dat er een andere herkomst is dan de familiale, dat je ‘meer’ bent dan het kind van je ouders, dat je door ‘meer’ bepaald wordt dan je feitelijke geschiedenis.
Jezus probeert hen duidelijk te maken dat hij zich openbaart als ‘hij die van G-d is’. Hij is dat ‘meer’. En daarover gaat het, nl. het spoor van G-d in elke mens, leven in volheid!
Zo gaat Jezus ons voor, hij schenkt zich aan ons als dat ‘meer’. Aan hem kunnen we zien wat het betekent leven als zijnde van G-d: jezelf uit handen geven, je niet bekommeren om je naam, om jouw leven, jezelf geven als brood. Zo een leven draagt eeuwigheidswaarde in zich.