Vrijdag (5/04/2024)
Joh.21,1-14
1 Na dit alles toonde Jezus zichzelf opnieuw aan de leerlingen
bij het meer van Tiberias. [= het meer van Galilea]
Dit verliep als volgt:
2 Simon Petrus, Tomas de tweeling,
Natanaël van Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs
en twee andere van zijn leerlingen waren er bijeen.
3 Simon Petrus zei: “Ik ga vissen.”
En zij antwoordden: “Dan gaan wij met je mee.”
Ze klommen in de boot, maar die nacht vingen ze niets.
4 Toen het al ochtend begon te worden,
stond Jezus aan de oever.
De leerlingen wisten echter niet dat het Jezus was.
5 Jezus zei hen: “Jongens, hebben jullie iets voor bij het eten?”
Ze antwoordden hem: “Nee …!”
6 Nu zei hij hen: “Werp het net uit naar de rechterkant van de boot en je zult wat vinden.”
Ze deden dat, maar konden het net niet meer optrekken
door de grote hoeveelheid vissen.
7 De leerling, die Jezus erg genegen was, zei tegen Petrus:
“Het is de Heer!”
Toen Simon Petrus dit hoorde, trok hij zijn bovenkleed weer aan en sprong in het water.
8 De andere leerlingen kwamen met het bootje.
Ze waren niet ver van het land, ongeveer tweehonderd el [= ca. 100m]
en sleepten het net met de vissen mee.
9 Toen ze aan land stapten, zagen ze een houtskoolvuur
met vis erop en brood.
10 Nu zei Jezus:
“Breng wat van de vissen die je nu gevangen hebt.”
11 Simon Petrus klom in de boot en trok het net op het land.
Het zat vol grote vissen: honderddrieënvijftig,
en ondanks de grote hoeveelheid scheurde het net niet.
12 Jezus zei hen: “Kom eten.”
Niemand van de leerlingen durfde hem te vragen ‘wie ben jij’,
terwijl ze wel wisten dat het de Heer was.
13 Maar Jezus nam het brood en gaf het hun. Zo ook met de vis.
14 Dit was de derde keer dat Jezus zich aan de leerlingen toonde
sinds hij was opgestaan uit de dood.
Christus op het spoor komen en toe laten in je leven gaat niet vanzelf. Het gebeurt niet zomaar in een keer. Het vraagt tijd en brengt verwarring met zich mee. Je oude vertrouwde leven lijkt niet langer te lukken. Je kan niet zomaar doorgaan met leven zoals je vroeger deed. Er is iets in jou veranderd ook al weet je niet goed wat dat zou kunnen zijn. Er speelt iets in jou waardoor je aandacht naar elders gericht wordt. De vraag is of je de jarenlange gewoontes aan de kant durft te schuiven en je volledig durft te richten naar dat nieuwe leven dat je in en rond je hoort, ziet en voelt?
Simon Petrus waagde de sprong en mocht aan den lijve ervaren wat een overvloed aan Léven het met zich meebrengt. Hij en de anderen mochten voelen hoe leven-gevend het is als je het oude loslaat en je durft toe te vertrouwen aan die uitnodigende (bekende?) stem: “Kom eten”. Binnentreden in die goddelijke gastvrijheid, verzameld rond een houtskoolvuur, geeft dat er geen woorden ter verduidelijking meer nodig zijn. Iedereen weet en voelt wie je bijeengebracht heeft.