Joh. 8,31-42 (29/03/2023)
Toen zei Jezus tegen de Joden die in hem hun vertrouwen gingen stellen: “Als jullie verblijven in mijn woord, zijn jullie waarachtig leerling van mij en zul je waarachtig kennen. En waarachtigheid zal je vrij maken.”
Ze antwoordden hem: “Wij zijn nakomelingen van Abraham en nooit iemands onderhorige geweest. [wbt geloof] Hoe kun je dan zeggen dat we vrij zullen worden?” Jezus antwoordde hun: “Amen, amen, ik zeg jullie: Ieder die zonde doet [zich verwijdert van God en mens], is een slaaf van de zonde. De slaaf blijft niet voor altijd in het huis; de zoon blijft voor altijd. Als dus de zoon jullie heeft vrijgemaakt, dan pas zul je werkelijk vrij zijn. Ik weet dat jullie nakomelingen van Abraham zijn. En toch tracht je mij te doden omdat mijn woord geen ruimte vindt in jullie. Ik spreek uit wat ik heb gezien bij mijn Vader; zo doen ook jullie wat je gezien hebt bij jullie vaders.”
Ze antwoordden hem: “Onze vader is Abraham!” Maar Jezus zei hun: “Als je kinderen van Abraham bent, doe dan de werken die Abraham deed. Maar jullie trachten mij te doden – mij, een mens die tegen jullie waarheid spreekt, die ik van God heb gehoord – zoiets doet Abraham niet. Jullie doen de werken van jullie vaders.”
Nu zeiden ze hem: “Wij zijn geen bastaardkinderen! Wij hebben één Vader: God!” Jezus zei daarop tegen hen: “Als God jullie Vader was, zou je mij daad-werkelijk liefhebben. Ik ben immers van God uitgegaan, toen ik kwam. Ik ben niet uit eigen naam gekomen, maar hij heeft mij gezonden.”
‘Verblijven in mijn woord’. Het is een wat vreemde uitdrukking. Meestal horen we de vertaling ‘blijven’, waardoor het accent wat komt te liggen op onze eigen standvastigheid. Mooier zou zijn te vertalen: ‘wonen in zijn woord’. Dan horen/proeven we dat we te gast mogen zijn in een stevige, standvastige woning – en dat ons dat go(e)d zal doen.
Consequenties heeft dat ‘wonen in zijn woord’ wel. Het is geen knus ‘cocoonen’ elk voor zich. In dit ‘huis’ is waarachtigheid en deze waarachtigheid zal je vrij maken, zegt Jezus. Je ogen zullen er opengaan en zien dat de waarheid is dat je er niet alleen bent en dat allen kinderen van dezelfde vader zijn – dus jouw broers en zussen!
Vrij word je, als je niet wegkijkt van deze waarheid en de ander leert zien als mede-bewoner van hetzelfde huis, hun die plaats gunt en zo ruimte van leven biedt – een ‘wonen in het woord’.