Joh.1,43-51 (24/08/2022)
De volgende morgen besloot Jezus naar Galilea te gaan. Hij ging er Filippus zoeken [heuriskei = vinden door actief te zoeken] en zei hem: “Volg mij.”
Filippus was van Betsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus. [vissersdorp aan de noordkant van het meer van Galilea] Filippus ging Natanaël zoeken [de traditie vereenzelvigt hem met de apostel Bartolomeus] en zei hem: “Wij hebben degene gevonden over wie Mozes geschreven heeft in de Wijzing, en ook de profeten: Jezus, de zoon van Jozef uit Nazaret!”
Natanaël repliceerde: “Uit Nazaret? Kan daar iets goeds van komen?” Maar Filippus zei hem: “Kom en zie!”
Jezus zag Natanaël naar zich toekomen en zei over hem: “Kijk! Een waarachtige Israëliet, iemand wiens hart geen ongerechtigheid herbergt.” [Ps.32,2] Natanaël vroeg hem: “Vandaar ken jij mij?” Jezus antwoordde: “Vóór Filippus je riep, toen je onder de vijgenboom zat, zag ik jou!” Nu zei Natanaël: “Rabbi, jij bent de zoon van God, jij bent de koning van Israël!”
Jezus antwoordde hem: “Omdat ik je zei dat ik je zag onder de vijgenboom, geloof je? Je zult grotere dingen dan deze zien!”
En hij zei: “Amen, amen, ik zeg jullie: Je zult de hemel geopend zien en Gods engelen zien opklimmen en neerdalen op de mensenzoon.”
In de eerste vijf dagen van Jezus’ eerste werkweek als de Gezalfde van God ontstaat er een beweging. Het is een fascinerend gebeuren dat beschreven staat als een soort doorgeef-gesprek. Het begint met Johannes de Doper, die naar Jezus wijst als het Lam van God. Naar aanleiding daarvan gaat Andreas achter Jezus aan. Hij komt zijn broer Simon tegen en spreekt hem aan, zodat ook Simon zich bij hen aansluit. (Dit is wat er voorafgaandelijk gebeurd is.)
De volgende dag ontmoet Jezus Filippus en vraagt hem mee te gaan. Filippus komt op zijn beurt Natanaël tegen en nodigt hem ook uit, maar Natanaël twijfelt – kan uit Nazaret iets goeds komen – waarop vervolgens Jezus zelf hem aanspreekt – ik zag je al zitten onder de vijgeboom – waarop Natanaël tot geloof komt: “Rabbi, jij bent de zoon van God…”
Zo ontstaat en groeit geloof, langsheen mensen die zoeken en gevonden worden, mensen die zien en gezien worden, door de ander/Ander. En dit alles zonder enige discussie maar met de heel eenvoudige uitnodiging: “Volg mij”, “Kom en zie!”