Eerste brief van Johannes (inleiding op deze brief)
1 Joh.1,5 – 2,2 (27/12/2021)
Dit is wat wij Hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. Als we zeggen dat we met Hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en leven we niet volgens de waarheid.Maar gaan we onze weg in het licht, zoals Hijzelf in het licht is, dan zijn we met elkaar verbonden en reinigt het bloed van Jezus, zijn Zoon, ons van alle zonde. Als we zeggen dat we de zonde niet kennen, misleiden we onszelf en is de waarheid niet in ons. Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven. Als we zeggen dat we nooit gezondigd hebben, maken we Hem tot een leugenaar en is zijn woord niet in ons.
Kinderen, ik schrijf u dit opdat u niet zondigt. Maar mocht een van u zondigen, dan hebben wij een pleitbezorger bij de Vader: Jezus Christus, de rechtvaardige. Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.
Wat als iedereen jouw surfgedrag op internet zou zien? Wat als foto’s zo’n grote resolutie zouden hebben dat ze alles, maar dan ook alles (wat je denkt, hoe je eruit ziet, wat in je leeft...) laten zien. Niets is dan nog verborgen. Er is alleen nog licht, geen duisternis meer om je kleine kantjes achter te verbergen.
Voor Johannes is G-d dat licht. Als wij zeggen te leven in verbondenheid met hem, heeft dat consequenties, nl. staan in het licht, in het volle besef dat al je onhebbelijkheden, ook de meest verborgene aan het Licht komen. Je mag er ook op vertrouwen dat hij jou niet zal veroordelen, integendeel. Hij zegt, heel gunnend: “Maak jezelf niets wijs. Ik heb weet van je kleinmenselijkheid. Vertel maar over je verwijdering. Ik zal je vergeven. Ik zal de verwijdering ongedaan maken.”
Staan in Licht geeft zo ruimte van leven, het maakt leven – met al z’n verwijderingen – mogelijk. Hoe zalig zou het zijn als wij mensen elkaar die ruimte van leven zouden gunnen. Wat een vrijheid, wat een verbondenheid zou er dan niet tot stand komen.