Verbonden Leven

Zoek

Zoektip

Zoektip:

tik vb. Mt. 1,21-12
tik een specifieke zoekterm in (vb. engel) 

Lc. 8,19-21 (22/09/2020)

Nu kwamen Jezus’ moeder en broers naar hem toe,
maar ze konden niet bij hem geraken door de menigte.
Daarom werd er aan hem bericht:
“Je moeder en broers staan buiten en willen je zien.”
Hij richtte zijn antwoord aan allen:
“Mijn moeder en mijn broers zijn zij
die het woord van God horen én het doen.”

Jezus doet hier uiteraard geen uitspraak over de waarde van familiebanden, alsof die van geen tel zouden zijn.
Wél gebruikt hij die familiebanden als beeld om iets te vertellen over dat ‘rijk van G-d’ (G-d die hij overigens ook zijn ‘vader’ noemt).
Dat rijk van G-d dat Jezus in de wereld wil komen vestigen zou als één grote familieschare kunnen worden gezien, waar mensen zich betrekken op elkaar – omdát ze familie zijn;
waar mensen in de bres springen voor elkaar – omdát ze familie zijn; waar mensen veel voor elkaar over hebben – omdát ze familie zijn.
Een fysieke bloedband doet hiertoe niet ter zake, en juist dat kan het soms wel eens lastig maken en een uitdrukkelijke keuze vragen:
Wat heb ik met de ander als ik geen bloedband heb, maar misschien ook geen vriendschap of sympathie?
Uiteindelijk houden we als band alleen over dat we elk ‘kind van G-d’ zijn! – en dat is voldoende om ons op élke mede-mens te betrekken. Zó wordt het ‘rijk van G-d’ gevestigd.

Lucas 9,1-6 (23/09/2020)

Nu riep hij zijn twaalf leerlingen bijeen
en gaf hen de kracht en de bevoegdheid alle demonen en om ziekten te genezen.
Hij zond hen uit om het koninkrijk van God te verkondigen en om zieken te helen.
Hij zei tegen hen: “Neem niets mee op de weg: geen stok, geen reistas, geen brood, geen geld, geen twee stel kleren.
In welk huis je ook onderdak krijgt, verblijf daar tot je weer verder gaat.
En overal waar ze jullie niet ontvangen, ga weg uit die stad
en schud ook het stof van je voeten, als getuigenis tegen hen.”
Ze gingen op weg door de dorpen terwijl ze het Goede Nieuws verkondigden
en overal zieken heelden.

Hij riep hen en zond hen op weg, maar niet zonder enkele tips mee te geven voor onderweg.
Reis licht, bewandel de weg van de eenvoud, de openheid en het vertrouwen. Wees flexibel en beschikbaar.
Laat je niet opjagen als je ergens niet welkom bent. Vertrek gewoon, ga verder en schud alles wat eventueel nog aan je kleeft van je af.
Eenvoudig toch!
Ga maar en wees. Ga, zonder een reistas vol antwoorden, maar met alle bewogenheid die in je is.
Wees-er voor de ander in alle openheid, geïnteresseerd in de weg die de ander gaat, vol verlangen om te begrijpen wat de ander beweegt.
Misschien is het juist dát wat ruimte maakt. Ruimte die écht ontmoeten mogelijk maakt. Ruimte voor helende ontmoetingen die mensen vrij maken.
De twaalf gingen vol goede moed op weg!

Lucas 9,7-9 (24/09/2020)

Alles wat er door Jezus gebeurde kwam nu ter ore aan de tetrarch Herodes.
Hij raakte hevig verontrust omdat door sommigen gezegd werd
dat Johannes [de doper] was opgestaan uit de doden.
Sommigen zeiden dat Elia [de profeet die zou terugkeren] verschenen was,
anderen dat een van de vroegere profeten was opgestaan.
Maar Herodes zei: “Johannes heb ik onthoofd.
Wie is dat dan over wie ik zulke dingen hoor?”
En hij zocht naar een mogelijkheid om hem te zien.

Dagelijks worden we geconfronteerd met verhalen, (fake)news, twitter en facebookberichten …
Onmogelijk veel informatie over alles wat er gebeurt in de wereld, over de politiek en de wetenschap,
maar ook info over het reilen en zeilen van bekende en minder bekende mensen.
Een stroom van berichten die vermoedelijk ook vandaag voor verwarring zorgt.
Zouden al deze berichten er ook in kunnen slagen om mensen écht te doen Léven?
Kunnen ze ons leiden naar wie Jezus is of leiden ze ons veeleer verder van hem weg?
Een uitdaging om even stil te staan bij hoe ik omga met wat ik hoor, lees en zie:
• Creëer ik hiermee mijn eigen waarheid en kies ik heel selectief voor die info die mijn eigen gecreëerde waarheid bevestigt?
• Ga ik met behulp van de berichten op zoek naar kansen tot ontmoeting?
• Kies ik voor ontmoetingen die verbinden, in de hoop meer en meer van G-d op het spoor te komen?
Net als toen zullen er altijd berichten op ons blijven toekomen, langs vele kanalen (hoe langer hoe meer).
Aan ons om er bewust mee om te gaan. Dan kunnen ze ons leiden naar verrassende en leven-gevende ontmoetingen.

Lc. 9,18-22 (25/09/2020) 
 
Op zekere dag was Jezus aan het bidden op een eenzame plek.
Zijn leerlingen waren bij hem en hij vroeg hun:
“Wie zeggen de mensen dat ik ben?”
Zij antwoordden: “Johannes de doper, anderen Elia,
en nog anderen dat een van de vroegere profeten is opgestaan.”
“Maar jullie, vroeg Jezus, wie zeggen jullie dat ik ben?”
Petrus antwoordde: “De gezalfde [christos / messiah] van God!”
Maar hij drukte hen met klem op het hart dit aan niemand te zeggen.
“Eerst zal de mensenzoon veel moeten lijden
en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden
verworpen en gedood moeten worden
en op de derde dag opgewekt zijn.”
 
Stel je even voor. Je zit samen te bidden, in stilte. Plots valt daar die vraag: “Wie zeggen de mensen dat ik ben?”
Oef! Het wordt niet rechtstreeks aan mij gevraagd. Ik mag me verschuilen achter ‘de mensen’. En dat is ok.
De antwoorden worden aanhoord en goed bevonden. Maar dan komt het. “En jij, wat zeg jij?!”
Nu wordt het persoonlijk, en dat vraagt om een persoonlijk antwoord.
Geen dogma’s of theologische boekenwijsheid, daar gaat het nu niet om. G-d is immers niet te be-grijpen.
Hij is geen G-d van de ratio, maar een relationele G-d. Iemand die mij persoonlijk aanspreekt.
Iemand die zijn Zoon, een ‘G-d-mens’, zendt.
Neen, niet te snel over spreken. Laat het maar eerst doordringen. Riskeer je aan hem.
Maar weet dat het vanuit menselijk perspectief niet niks is, heel je wezen toevertrouwen aan die Liefdes-relatie.
Nochtans, alleen als we ten volle in die relatie intreden, zullen we misschien iets van lijden en dood kunnen vatten.
Alleen daar, te midden van die liefdevolle relatie, kunnen lijden en dood ter sprake komen, niet als eindpunt maar als kans tot Léven

Lc.9.22-25 (18/2/2021)

Jezus zei tegen zijn leerlingen: “De mensenzoon zal eerst veel moeten lijden
en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen en gedood moeten worden en op de derde dag opgewekt zijn.”
En tegen allen zei hij: “Als iemand van zin is achter mij aan te komen, moet hij volstrekt neen zeggen tegen zichzelf,
elke dag zijn kruis [symbool van de ter dood veroordeelde] opnemen en mij volgen.
Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, zal het redden.
Wat baat het iemand heel de wereld te winnen als hij zichzelf verlies of schaadt?”

Het is nogal wat, wat Jezus in het vooruitzicht stelt!
Zowel aan de lastige kant, als aan de mooie: verworpen worden, lijden, sterven … én opgewekt worden ten leven …
Beide zijn voor hem de ‘logische’ gevolgen van het leven waarvoor hij gekozen werd en kiest.
(Dat is de ‘logica van de liefde’, niet de logica van ‘de wereld’.)
Even ‘logisch’ is dat dit evenzeer geldt voor de leerling als voor de meester – waar zou navolging anders over gaan?
Straffe taal, maar misschien wel inspirerend aan het begin van deze Vastentijd!
Zal ík, in mijn leven, even ‘logisch’ (met de logica van de liefde) verwerping, lijden en dood opnemen?
Én zal ik – éven ‘logisch’ – vertrouwen op het winnen van het Léven?!
De meester staat borg voor de leerling. Ik wérd gekozen tot leerling; zal ik ook kíezen om te volgen?

 

Lucas 9,43b-45 (26/09/2020)

Allen stonden verwonderd over alles wat hij deed [na de genezing van een bezeten jongen],
maar Jezus zei tot zijn leerlingen:
“Knopen jullie dit goed in je oren:
De mensenzoon moet overgeleverd worden in de handen van de mensen.”
Maar zij begrepen deze woorden niet – ze waren verborgen, zodat zij ze niet bevatten –
en durfden er hem niet naar vragen.

Voor de tweede keer probeert Jezus zijn leerlingen duidelijk te maken wat hem te wachten staat: lijden en uitgeleverd worden.
Ze snappen het niet. Het past niet in het beeld dat zij voor ogen hadden!
Hij wil hen met de voeten op de grond zetten. Het gaat niet over indruk maken. Het gaat over trouw zijn/blijven aan jezelf en aan je diepste overtuigingen.
Het gaat over je onvoorwaardelijk geven aan die goddelijke Liefde. Zo consequent leven brengt echter conflicten (en dus ook lijden)
met zich mee, daar kan je vanop aan. Dat is wat Jezus heeft geleefd, trouw liefdevol nabij zijn/blijven,
trouw aan de Bron waaruit hij leeft en dit alles tot in het ultieme.
Logisch dat ze niet verder durven te vragen. Wat als je beseft wat het écht betekent ‘leerling-zijn’?
Wat als je dan niet anders meer kunt dan heel consequent deze man te blijven volgen?
Het is zoveel makkelijker om te aanvaarden dat ik Jezus zou kunnen verraden,
dan dat ik mij laat door-dringen van zijn onvoorwaardelijke liefde en eeuwig-durende trouw.
Dát heeft immers ver-strekkende gevolgen.