Zondag (31/03/2024) – Hoogfeest van Pasen
Joh.20,1-9
1 Op de eerste dag na de sabbat
kwam Maria van Magdala vroeg
– het was nog donker –
naar het graf
en zag dat de steen van het graf was weggenomen.
2 Ze liep dus snel naar Simon Petrus
en ‘de andere leerling’ – degene die Jezus erg genegen was –
en zei hen:
“Men heeft de heer uit het graf weggenomen
en we weten niet waar ze hem hebben gebracht!”
3 Petrus en ‘de andere leerling’ gingen dus mee naar buiten,
naar het graf.
4 De twee liepen samen,
maar ‘de andere leerling’ liep wat sneller vooruit dan Petrus
en kwam zo als eerste bij het graf.
5 Voorover bukkend, zag hij de linnen doeken liggen,
maar ging niet naar binnen.
6 Nu kwam ook Simon Petrus gevolgd
en ging wel binnen in het graf.
En hij aanschouwde de linnen doeken die daar lagen.
7 De zweetdoek, die zijn hoofd had bedekt,
lag niet bij de doeken,
maar afzonderlijk opgevouwen op één plaats.
8 Nu ging ook ‘de andere leerling’,
die als eerste bij het graf was,
naar binnen.
Hij zag en vertrouwde.
9 Ze begrepen de Schrift nog niet,
dat hij uit de doden moest opstaan.
PASEN
Wat zou Jezus hebben gedacht
op de ochtend van deze nieuwe dag?
Wat is alles Nieuw!
Zou dit het zijn
als mijn Vader spreekt dat hij de wereld schept?
Ik voel iets
als een nieuw, popelend, begin,
anders dan alle andere,
zo nieuw
dat ik het nog niet ken
misschien zelfs nog niet eens ten volle zíe!
Wat ik wel al zie
zijn enkele mensen
die door hun verdriet en verwarring heen
mij zoeken
en – hoe aarzelend ook –
hun angst overwinnen met vertrouwen.
Her-schepping van Léven, zie ik.
Wat moet ik denken?
Vader, maak alles Nieuw
en maak dat zij het zíen!