Mt.10,7-15 (7/07/2022)
Ga en verkondig: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. Heel de verzwakten, reinig de melaatsen, wek de doden op, verdrijf de demonen. Voor niets heb je ontvangen, voor niets moet je geven. Neem geen goud mee, geen zilver of koper in je gordel, geen reiszak, geen extra kleren, geen sandalen en geen stok, want ‘wie werkt is zijn voedsel waard’.
In welke stad of dorp je ook binnenkomt, onderzoek wie het daar waard is en blijf daar dan tot je er weggaat. Als je in een huisgezin binnenkomt, groet hen [= zegen hen met vrede]. Als zij het waard zijn, zal je vrede over hen komen, maar als zij het niet waard zijn, laat dan je vrede over jezelf terugkeren. Als men je niet verwelkomt en niet luistert naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en schud het stof van je voeten. Amen, ik zeg jullie: Voor het land van Sodom en Gomorra zal het op de dag van het oordeel draaglijker zijn dan voor die stad.”
(Voor de Lucas-versie van ditzelfde Evangelie: zie voorbije zondag (onderaan deze pagina).)
De leerlingen moeten er op uit trekken: niet ‘in hun kot (of grot) blijven’, maar de wereld in, naar mensen toe. Jezus’ boodschap is er niets mee gebaat als wij die alleen binnenskamers belijden.
De inhoud van de verkondiging is heel simpel en kort: “Het koninkrijk der hemelen – die hemelse wereld zoals die eruit ziet wanneer G-d koning mag zijn over ons leven – is nabij gekomen.” Bemerk de voltooide tijd: het ís al nabij gekomen, zó nabij dat wij alleen maar nog onze hand ernaar uit te strekken hebben om er te kunnen raken!
En al de ‘rest’ wat Jezus hier vertelt gaat over dat ‘onze hand uitstrekken naar’. Ja, het vraagt keuzes, acties, handelingen boven het gewone. Ik zal mezelf overtreffen, want ik geef alleen wat ik gekregen heb. Maar ik mag ‘gaan en verkondigen’: G-ds genade is heel dicht bij jou!