Mt.10,1-7 (6/07/2022)
En hij riep zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hen volmacht over nog niet gereinigde geesten, zodat ze die aan het licht konden brengen en elke ziekte en zwakte helen.
Dit zijn de namen van de twaalf uitgezondenen [apostels]: Als eerste Simon, die Petrus [rots] wordt genoemd, en zijn broer Andreas; Jakobus, de zoon van Zebedeüs, en zijn broer Johannes; Filippus en Bartolomeüs; Thomas en Matteüs, de tollenaar; Jakobus, de zoon van Alfeüs, en Taddeüs; Simon, de Kananeeër, en Judas, de man uit Kerioth, die hem uitgeleverd heeft.
Deze twaalf zond Jezus uit en droeg hen op: “Ga niet de weg van de heidenen, ga niet binnen in een stad van de Samaritanen, maar ga veeleer naar de verloren schapen van het huis van Israël. Ga en verkondig: Het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.
Ga jij/ik je laten raken en opstaan om je te laten zenden? Die “namen van de twaalf” zijn heel gewone namen. Je mag er die van jou gewoon tussen zetten.
Minder gewoon is het – of beter: líjkt het – dat die gezondenen “volmacht krijgen over nog niet gereinigde geesten”. We hebben het daar al enkele keren over gehad. Die bestaan even goed in onze tijd, alleen geven wij er andere namen aan. En ja, wie vanuit Jezus naar de mensen vandaag kijkt, herkent ze en kan ze helen!
Het kan ons verrassen dat Jezus zegt “niet naar de heidenen, maar naar de verloren schapen” te gaan. Later doet Jezus dat wel, en nog wat later zijn leerlingen heel duidelijk. Dus dat komt wel, maar het lijkt of hij wil zeggen: Begin maar dichtbij, daar is al werk genoeg. Leer het eerst in je onmiddellijke omgeving te zien. Leer dáár, bij de heel concrete mensen rondom je, helend aanwezig te zijn in mijn Naam. ‘Heel de wereld’ graag zien/helen, begint bij die ene mens naast je! Als jij die ene concrete mens daad-werkelijk graag ziet/heelt, dan verandert alvast de hele wereld!