Mt.9,32-38 (5/07/2022)
Toen ze uit het huis kwamen, brachten ze iemand bij hem die stom was en door een demon bezeten. Nadat hij de demon had verdreven, begon de stomme te spreken. Iedereen was vol verwondering: “Nog nooit heeft zoiets zich getoond in Israël!” De farizeeën echter zeiden: “Het is door de aanvoerder van de demonen dat hij de demonen verdrijft.”
Jezus trok rond langs alle steden en dorpen. Hij gaf onderricht in hun plaatsen van samenkomst en verkondigde het bevrijdende nieuws van het koninkrijk en hij heelde elke ziekte en elke zwakte onder het volk. Toen hij de menigte echter overzag, werd hij diep innerlijk bewogen om hen, omdat ze opgejaagd en krachteloos waren, als schapen zonder herder.
Hij zei tegen zijn leerlingen: “De oogst is wel overvloedig, maar arbeiders zijn er weinig. Vraag daarom aan de heer van de oogst dat hij arbeiders uitstuurt in zijn oogst.”
Gekwetsten, blinden, stommen … allemaal mensen die niet meetellen en aan de kant gezet worden. Ze waren er toen en ze zijn er nog steeds. Met dit gegeven kan je twee kanten uit.
Of je wordt fatalistisch: Er is toch niets aan te doen. De wereld zit nu eenmaal zo in elkaar.
Of je laat je raken en komt in beweging.
Jezus kiest voor de tweede optie. Hij laat zich raken, heelt mensen, doet hen weer spreken en brengt hen terug in de maatschappij. Hij heeft immers een Visioen voor ogen, nl. een nieuwe wereld waar Léven mogelijk is voor elke mens. Maar goede werken zien doen, is blijkbaar geen garantie dat deze ook positief worden ervaren. Ze roepen weerstand op (ook bij wie erbij was).
Daarbij ziet hij de moedeloosheid en het gebrek aan toekomstperspectief bij de mensen en hij heeft met hen te doen. Ze zijn leidingloos. Ze hebben leiders nodig die zich dienstbaar opstellen. Zulke leiders zijn er te kort …veel tekort (nog steeds). Jezus zag dat en hij deed wat moest gedaan en hoopt dat zijn leerlingen (jij? en ik?) eveneens in beweging zullen komen en bidden zodat er ogen open gaan en er dienende leiders opstaan.