Mt.9,18-26 (4/07/2022)
Hij was nog niet uitgesproken, of kijk: er kwam een overste [van de synagoge] naar hem, boog voor hem neer en zei: “Mijn dochter is zojuist gestorven, maar kom, leg haar je hand op en ze zal leven.”
Jezus veerde op [werd klaarwakker] en volgde hem, samen met zijn leerlingen.
En kijk, er was een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed die hem langs achteren naderde en de zoom van zijn mantel aanraakte. Want ze dacht: “Zelfs als ik alleen maar zijn mantel aanraak, zal ik bevrijd worden.” Maar Jezus draaide zich om en zag haar: “Wees gerust dochter, je vertrouwen heeft je bevrijd.” En vanaf dat uur was de vrouw bevrijd.
Nu kwam Jezus in het huis van de overste. Hij zag de fluitspelers en de vele getroebleerde mensen en zei hen: Ga weg [maak plaats], want het meisje is niet gestorven, maar slaapt.” Maar ze lachten hem uit. Toen de menigte dan buitengedreven was, ging hij binnen. Hij nam haar hand vast en het meisje stond op [werd wakker].
Het verhaal hierover ging rond in heel de streek.
Twee situaties waarin geloof en vertrouwen op heel uiteenlopende wijze geuit worden. De ene keer is het een overste die nederig (hij boog neer), maar kordaat (kom, leg je hand op en ze zal leven) het lot van zijn dode dochter aan Jezus toevertrouwt. Bij de andere situatie gaat het over een vrouw die in alle stilte, zonder één woord te spreken, Jezus’ kleed aanraakt in de overtuiging dat hij wel weet wat haar gevangen houdt.
Elke keer gaat het over vertrouwen als basis voor genezing, en hoe dit geuit wordt – met of zonder woorden - speelt blijkbaar geen rol. Het effect is hetzelfde. Jezus ziet het lijden en het vertrouwen en hij laat zich (aan)raken. Hij reikt zijn leven-gevende, bevrijdende Liefde aan en doet hen opstaan tot ‘nieuw’ leven. De rouwklagers daarentegen stuurt hij weg, omdat ze op de dood zijn gericht.
Hoe bevrijdend kan het zijn dat ene woord, dat kleine gebaar. Een kleine moeite voor de een, maar een wereld van verschil voor de ander.