Mt.8,23-27 (28/06/2022)
Jezus stapte in de boot en zijn leerlingen volgden hem.
Kijk! Er stak een hevige storm op over het meer zodat de boot overspoeld werd door de golven. Hij echter sliep.
Zijn leerlingen gingen hem wakker maken: “Heer, red ons, wij vergaan!”
Hij zei tegen hen: “Waarom ben je zo bang, klein-vertrouwenden?” Hij stond op en bestrafte de wind en de zee en er werd een grote stilte geboren.
De mensen verwonderden zich: “Wat voor iemand is hij toch, dat zelfs de wind en de zee hem gehoorzamen?”
Mij fascineert die ‘grote stilte die geboren wordt’ – waarmee de tekst toch wat accurater vertaald wordt dan het gewoonlijke ‘het werd helemaal stil’. Natuurlijk volgt er op een storm een stilte. Dat is nog maar logisch, dus het moet hier over meer gaan.
Ik denk dat het ook gaat over een stilte die geboren wordt in de leerlingen! De storm van de angst woede in hen, de storm van het klein-vertrouwen. Dat levert heel wat onrust op – ga het maar na bij jezelf. Jezus dan in je nabijheid weten – zelfs als hij lijkt te liggen slapen – wekt een stilte in jezelf op.
Hoe kon Jezus overigens daar liggen slapen, midden die storm? Zou het niet geweest zijn omdat die ‘grote stilte’ ín hem was?! En zou het niet diezelfde innerlijke stilte geweest zijn die hem de uiterlijke storm van de leerlingen kon doen bedaren?!
Dáár wordt de grote stilte geboren: waar wij met wat dan ook van ons leven naar Jezus toe gaan en aansluiting zoeken bij die Grote Stilte in hem. Vandaag krijgen wij daar wééral de kans toe …