Mt.16,13-19 (29/06/2021)
Nu kwam Jezus in de streek van Caesarea Filippi [noord-Israël]. Hij vroeg aan zijn leerlingen: “Wie zeggen de mensen dat de mensenzoon is?” Ze antwoordden: “Sommigen zeggen Johannes de doper, anderen Elia, en nog anderen Jeremia of één van de profeten.
Nu zei hij tegen hen: “Maar jullie, wie zeggen jullie dat ik ben?” Simon Petrus antwoordde: “Jij bent de Gezalfde [Christos/Messiah], de zoon van de levende God!”
Jezus zei nu tegen hem: “Gezegend [vooruit ermee!] ben jij, Simon Barjona [zoon van Jona], want niet vlees en bloed hebben dit geopenbaard aan jou, maar mijn Vader in de hemelen. En ik zeg jou dat jij een rots [Petros] bent, en op deze rots zal ik mijn gemeenschap bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet te sterk zijn.
En ik zal je de sleutels geven van het koningschap der hemelen. Wat je zult binden op de aarde, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat je zult vrij maken op de aarde, zal vrij gemaakt zijn in de hemelen.”
Die ene vraag blijft nazinderen: “Wie zeg jij dat Ik ben?” Hier wordt een persoonlijk antwoord verwacht, geen dogmatiek. G-d is immers niet in dogma’s te vatten. Hij is geen rationele maar een r-el-ationele G-d. Een G-d (= el in het Hebreeuws) die ons verstand (ratio) binnenbreekt als de gans Andere. Hij is een G-d die ons denken openbreekt en relatie aangaat. Dat is toch wat Jezus telkens weer probeert duidelijk te maken. Petrus had het door (en later ook Paulus). Hij durfde het aan om in de andersheid van de Gans Andere mee te gaan.
Het is dan ook op zo’n mensen dat Jezus zijn kerk wil bouwen. Aan hen vertrouwt hij de sleutels van dat nieuwe, onvermoede land toe. Hen geeft hij de kracht om mensen te verbinden, om alles wat mensen neerhaalt te ontbinden.
Zalig toch dat juist die twee, Petrus en Paulus, mannen zijn met klein-menselijke zwakheden (net als wij). Gelukkig dat dit o zo menselijke duo de basis mag zijn voor onze kerk. Misschien is het juist daarom dat ik, met al mijn beperktheden, ook durf mee te werken aan die kerk.