Mt.26,14-25 (31/3/2021)
Toen [na de zalving van Jezus door Maria in Betanië] ging één van de twaalf, Judas van Keriot, naar de hogepriesters en zei: “Wat zul je mij geven? Ik zal hem aan jullie uitleveren.” Ze zegden hem dertig zilverlingen toe. [Zach.11,12] En van dan af zocht hij een goede gelegenheid om hem uit te leveren.
Op de eerste [dag van het feest] van de ongezuurde [broden] kwamen Jezus’ leerlingen hem vragen: “Waar is het je bedoeling dat wij het Paasmaal voor jou bereiden?” Hij zei: “Ga de stad in, naar je-weet-wel, en zeg hem: ‘De meester laat weten: Mijn tijd is nabij. Bij jou wil ik het Paasfeest vieren met mijn leerlingen.’” De leerlingen deden zoals Jezus hun had opgedragen en ze bereidden het Paasmaal. Toen het avond werd ging hij met de twaalf aan tafel.
Terwijl ze aten, zei hij: “Amen, ik zeg jullie: Eén van jullie zal mij uitleveren.” Heel bedroefd geworden, begonnen zij elk aan hem te vragen: “Ik ben het toch niet, heer?” Hij antwoordde: “Die met mij de hand in de schotel heeft gestoken, hij zal mij uitleveren. [cf. Ps.41,10b] De mensenzoon gaat wel heen zoals over hem geschreven is, maar wee de mens door wie de mensenzoon wordt uitgeleverd. Het was beter voor hem geweest als hij niet geboren was die mens.” Judas, die hem zou uitleveren, zei hem ook: “Ik ben het toch niet, rabbi [meester]?” Jezus antwoordde hem: “Wat je zegt …”
Vandaag krijgen we de Matteüs-versie te horen van hetzelfde gebeuren als gisteren bij Johannes, beide gesitueerd tijdens ‘het laatste avondmaal’. Opvallend zijn de nuances in de ‘rol’ die aan Judas wordt bedeeld.
Bij Johannes is hij eigenlijk helemaal ‘lijdend voorwerp’: Hij zegt niets, doet niets, maar de hete aardappel (in dit geval: het stuk brood) wordt naar hem toegeschoven. En hij ‘doet wat moet’ …
Bij Matteüs is Judas actiever aanwezig. Of preciezer: Hij is vooráf actief geweest en ligt nu waarschijnlijk op vinkenslag … om zijn slag te slaan. De kwestie met ‘de hand in de schotel’ wordt hier wat dubbelzinnig: Strikt genomen staat er bij Matteüs niet dat het over Judas gaat. Daar aan de tafel van toen staken álle tafelgenoten hun hand in dezelfde schotel!
Míjn rol in het hele lijdensgebeuren van Jezus heeft zowel passieve als actieve trekken.
Het overwegen waard, in de komende dagen:
Waar laat ik mij (al of niet geruisloos) meeslepen in een spiraal ten dode?
En waar ‘beraam’ ik het kwade? (Dat laatste kan zwaar klinken, maar eigenlijk ontsnapt geen enkele ‘leerling van Jezus’ aan deze vraag …)