Verbonden Leven

Mt.9,18-26 (8/07/2024)

18    Hij was nog niet uitgesproken, of kijk:
       er kwam een overste [van de synagoge] naar hem,
       boog voor hem neer en zei:
       “Mijn dochter is zojuist gestorven,
       maar kom, leg haar je hand op
       en ze zal leven.”
19    Jezus veerde op [werd klaarwakker] en volgde hem,
       samen met zijn leerlingen.

20    En kijk, er was een vrouw
       die al twaalf jaar aan bloedverlies leed
       die hem langs achteren naderde
       en de zoom van zijn mantel aanraakte.
21    Want ze dacht:
       “Zelfs als ik alleen maar zijn mantel aanraak,
       zal ik bevrijd worden.”
22    Maar Jezus draaide zich om en zag haar:
       “Wees gerust dochter, je vertrouwen heeft je bevrijd.”
       En vanaf dat uur was de vrouw bevrijd.

23    Nu kwam Jezus in het huis van de overste.
       Hij zag de fluitspelers en de vele getroebleerde mensen
24    en zei hen: Ga weg [maak plaats],
       want het meisje is niet gestorven, maar slaapt.”
       Maar ze lachten hem uit.
25    Toen de menigte dan buitengedreven was, ging hij binnen.
       Hij nam haar hand vast en het meisje stond op [werd wakker].
26    Het verhaal hierover ging rond in heel de streek.

Het woord dat gebruikt wordt om Jezus reactie weer te geven, heeft een veel sterkere ‘kleur’ dan alleen maar dat hij van zijn stoel zou opstaan en vertrekken. Hetzelfde woord wordt ook gebruikt voor het meisje dat uit de dood ‘opstaat’. Het is dus een ‘opstaan ten Léven’. Het roept iets wakker dat ingesluimerd was.
De indringende vraag vol liefde van de overste i.v.m. zijn dochter wekt bij Jezus zijn levengevende krachten op. En die geeft hij door, door de hand van het meisje vast te nemen, waardoor ook zij weer levensruimte krijgt.
Ben ík – die mij toch volgeling van Jezus noem – nog in staat mij zó te laten raken door de vraag van mijn medemens dat ik er ‘klaarwakker’ van wordt en opveer om er levengevend mee aan de slag te gaan? Zonder de pretentie te hebben dat ik even krachtig als Jezus zou zijn, zou ik toch wel anderen daarmee kunnen doen ‘opveren’ en tot nieuw leven wekken! Het gelach van de omstaanders moet ik er maar bij nemen, en de durf van de fysieke aanraking ook, maar het is mijn roeping ‘op te staan’ en te ‘doen opstaan’!