Mt.7,6.12-14 (25/06/2024)
6 Geef het heilige niet aan de honden,
en werp je parels niet voor de varkens
[honden en varkens werden als onrein gezien],
opdat zij ze niet met hun poten vertrappen,
zich tegen je keren en je verscheuren.
12 Dus alles wat je zou willen
dat mensen voor jou doen,
doe dat voor hen.
Dat is wet en profeten!
13 Ga binnen door de nauwe poort,
want breed is de poort
en ruim de weg
die leidt naar de ondergang
en velen gaan daarlangs naar binnen.
14 Maar nauw is de poort
en smal de weg
die leidt naar het leven,
en weinigen vinden haar.
Drie losse spreuken. Om te zoeken naar de samenhang hebben we hier niet de ruimte. We beperken ons tot de eerste.
Het is een ietwat verrassende uitspraak als je die hoort uit Jezus’ mond. Is Jezus niet voor iedereen gekomen? Verkondigde hij zijn boodschap niet aan allen die het wilden horen? Ah, in dat laatste klinkt al iets: aan wie het wíl horen, en dus er een zekere openheid voor aan de dag wil leggen.
Heeft dat betekenis voor ons vandaag? Ik denk het wel. Het geeft aan dat wij het in onze tijd, die globaal niet erg open staat voor het Christelijk verhaal, er niet automatisch en overal moeten over spréken. We mogen – moeten – gerust onderscheid maken in wat we tegen wie daarover zeggen. Waar een boodschap niet kán begrepen worden, zwijgen we er beter over! Maar tegelijk roept het ons wél op die openheid bij de ander op te wekken. Dat gebeurt echter meestal niet zozeer door woorden, maar door concrete daden die verwondering oproepen. Als dan de vraag komt: waarom doe je dat?, dán moeten we spreken.